Abrikoos (Prunus armeniaca)

De Abrikoos is oorspronkelijk afkomstig uit Noordoost-China: Mantsjoerije, een gebied dat tegen Mongolië en Rusland aan-sluit en voortloopt in Korea en Japan. Van daaruit heeft het een trage opmars naar het Westen gemaakt, via karavanen door de Gobi woestijn naar Perzië en Armenië in het Midden-Oosten. Gedroogde abrikozen waren een belangrijk export-artikel van de Iraanse en Armeense handel van die tijd. Alexander de Grote bracht ze in de 4de eeuw voor Christus mee van zijn verove-ringstochten aldaar, waarna de Abrikoos aan zijn eigen verove-ringstocht van het Middellandse Zeegebied kon beginnen onder de naam "Armeense appel". Naam die bleef voortleven in zijn Latijnse, wetenschappelijke naam: Prunus armeniaca.

Tegenwoordig is de abrikoos één der meest gekweekte vruchten in Zuid-Europa, zowel voor het verse en het gedroogde fruit, als voor de conservenindustrie. Het is een Prunus-soort, en in die hoedanigheid nauw verwant is aan de Pruim en de Perzik die tot hetzelfde geslacht behoren. De boom kan tot 10 meter hoog worden, maar dat in ongewenst voor het plukken van de vruch-ten; daarom worden abrikozenbomen meestal geënt op trager groeiende prunus-onderstammen. Eigen aan zijn gebied van herkomst, kan de abrikozenboom goed warmte en droogte verdragen. In onze gematigde kontreien is hij daardoor moeilij-ker te houden: een standplaats op het Zuiden tegen een muur is aangewezen. Hij mag ook niet teveel bemesting krijgen, want daar houdt hij niet van; hij prefereert "met rust te worden gela-ten". Hij houdt eerder van kalk, en dus een portie algenkalk, dan van een bodem die zuur wordt door (over)bemesting. Vraag het aan dokter Alfred Vogel: hij zag er de analogie in met de overdadige en vaak ongezonde voedingswijze in Westerse landen die kan leiden tot allerlei "welvaartsziektes" (reuma, hart-en vaatziekten, diabetes, kanker), en hij noemde het De les van de abrikozenboom.

De armoezaaier (bodem) en globetrotter (geschiedenis) die de Abrikoos is, maakt duidelijk "uit welk hout hij gesneden is". Want onder de prunus-soorten is hij een buitenbeentje: terwijl Pruim en Perzik bijvoorbeeld erg sappig zijn, is de vrucht van de Abrikoos eerder droog/vezelig. De Abrikoos bloeit boven-dien vrij vroeg, in maart, en kondigt de verandering van winter naar lente aan. De Japanse abrikoos of Ume bloeien zelfs als eerste direkt na het einde van de winter. Dit zijn aspekten die verwijzen naar zijn Waterman-aard. In de Bloemensymboliek staat de Abrikozenbloesem dan ook voor een zuiver hart en te-gelijk ook voor twijfel, want precies hij die zuiver van hart is, zal tegenstellingen aanvoelen tussen verlangen en realiteit, tussen voorstelling en beleving. En in de Chinese kalender hoort de Abrikoos bij de tweede maand

Die dualiteit vinden we ook terug in de symboliek van de vrucht. Aan de ene kant vertegenwoordigt de Abrikoos -analoog aan zijn oranje kleur- optimisme, hoop en vertrouwen in de toe -komst; en aan de andere kant zelfs succes, gezondheid, geluk. De wens wordt werkelijkheid. Een boomgaard van abrikozen staat symbool voor welslagen, in het bijzonder voor een exa-men. Traditioneel werd dat in het Oude China gevierd in een abrikozenbos. Wanneer men droomt over Abrikozen, kan dit ook het verlangen naar studie en wijsheid uitbeelden (naast het obligate welvaart, gezondheid en geluk).
En die dualiteit vinden we tenslotte zelfs weerspiegeld in zijn/ haar -is de Abrikoos mannelijk of vrouwelijk, of eerder andro-gyn?- medicinaal gebruik. In de Chinese Geneeskunde heeft men het over Xing wanneer men het over de abikoos heeft, en over Xing Ren als men het over de pit ervan heeft. Want hun gebruik verschilt.

Uit de pitten wordt een olie geperst die gebruikt wordt als ba-by-olie, haarolie en als cosmetiese olie voor massages bij rug- en gewrichtspijn. De olie wordt verder verwerkt in gezichtscrè-mes en lipbalsems. Medicinaal is het gebruik ervan beperkt vanwege zijn gehalte aan giftig cyanide (cfr amandel) tot het be-handelen van oorpijn en vaginale infekties. Samengevat kan men dus stellen dat de Abrikoos een beschadigde huid kan ver-zorgen en herstellen, door hem terug "jeugdig" te maken. Naar het beeld van de Waterman die er tot op vergevorderde leeftijd nog "jong" uit blijft zien.

Ook het verse sap van de vrucht kan gebruikt worden als ge-zichtslotion, en werkt huidversterkend en -beschermend. Ook de zintuigen, het meest aan de buitenwereld blootgestelde deel van het zenuwstelsel, zoals ogen en oren worden erdoor beter beschermd (hoog gehalte aan carotenoïden en xanthophielen). Naast de obligate vitamines (hoog gehalte aan vitamine A en C), bevatten abrikozen ook veel anti-oxydanten die het immuniteits -systeem op peil houden, ontstekingen tegen gaan, en zowel hart als bloedvaten beschermen door de bloeddruk te verlagen (veel kalium).

Abrikozen bevatten enerzijds van veel vezels, en anderzijds wei-nig calorieën waardoor ze kunnen helpen gewicht te verliezen en het cholesterolgehalte te doen dalen. Omdat ze ook de bloed-suikerspiegel doen dalen, werken ze positief in op suikerziekte. In algemene zin kunnen ze het metabolisme verbeteren door de vochtbalans (kalium) en de energie beter te verdelen over het lichaam. Hun gebruik bij bloedarmoede (anemie) berust dan weer op hun hoog gehalte aan vitamine C en het mineraal ijzer. De veelzijdigheid van Abrikoos wordt geïllustreerd in de vele vormen waarin hij/zij wordt gebruikt: als vrucht, gedroogd (fruitrepen) en gedestileerd tot brandy en likeuren (Amaretto= bittere liefde).