Art 10
Brandnetel (Urtica)

Brandnetel, dat hoeft eigenlijk geen betoog, is een echte macho-plant. Het is een proef van moed om met blote handen in een brandnetelbosje te gaan roe-felen en zich te laten tengelen, zonder één kreet van pijn te laten. Zo gold dat toch in mijn kindertijd, en in de tengels gesmeten worden, was een zware straf waarvoor je heel wat moest op je kerfstok staan hebben, of te komen staan bij wie het als pesterij deed. Flagelanten, alweer echte macho's, zetten dit onbarmhartig gebruik uit de kindertijd bewust en doelbewust verder: deze weliswaar drastiese tengel-therapie bevordert de bloedcirculatie en "verleven-digt" de huid.
Wie op een mensvriendelijkere manier gebruik wil maken van de weldaden van de brandnetel, kan dit door in het voorjaar jonge(!) brandnetelblaadjes zoals spinazie te stoven, of als soep te koken. Ook een eigen voorraadje dro-gen kan geen probleem zijn: deze plant is het meest voorkomende " onkruid" in onze gewesten.

Brandnetel is een echte surviver: hij kan op onbarmhartige plaatsen groeien, waar weinig of geen andere planten weten te overleven, en weet zich met taaie worteluitlopers op een plaats vast te nestelen. Zijn netels zijn een uitstekende, assertieve manier om zich tegen mogelijke aanslagen en belagers te bescher-men. Deze martiale incarnatiekracht zal dus ook in de geneeskrachtige toe-passingen van dit kruid doorspelen: brandnetel zet aan (de bloedcirculatie, de sappen van de spijsvertering, de afvoer van afvalstoffen), -waaraan het zijn reigende werking als "voorjaarskuur" dankt-, spoort aan tot betere prestatie, pept op, vuurt aan tot aktiviteit. Brandnetel is rijk aan vitamines en ijzer,wat in vroegere tijden al bekend was toen de plant gebruikt werd tegen bloedar-moede en ter verhoging van de vitaliteit.

ASTROLOGIES is Brandnetel dan ook een VUUR-vertegenwoordiger; meer bepaald een plant met Mars-kracht. Vraag is: is dat alles? Zoals dat zo-veel het geval is met "ruwe bolsters-blanke pit", is al die agressiviteit slechts een masker naar BUITEN toe. Kijken we naar "BINNEN", dan kunnen we een heel ander facet of verhaal aan Brandnetel zien. Het is een plant, die als waardplant en dus ook voedsel fungeert voor heel wat vlindersoorten ( zoals Dagpauwoog en Atlanta). Kijk naar een brandnetel-bosje in de zomer, en je zal de bladeren zelden ongeschonden aantreffen. Hij is verder een goede omzetter van materie: hij zoekt rommelige plaatsen op, die verstoord zijn door de afzetting van veel "organies materiaal", en zet dat om. Daarvan maakt men in de biodynamiese landbouw gebruik, do met de humus gemaakt van brandnetels de fermentatie in de komposthoop te stimuleren. Het gebruik van brandnetelgier is algemeen bekend omde groei van gewassen te stimuleren en ze beter te beschermen tegen aanvraat.
En in de stevige stengels van de plant zitten zoveel vezels, dat ze tot prakties onverslijtbare stukken doek kunnen worden geweven. Dat was vroeger het ge-val toen de huisvrouwen zelf over een spinnewiel beschikten. Maar dat is nu terug aktueel: er worden brandnetelplantages aangelegd als grondstof voor de jeans van morgen. Voedsel, grondstof, materie = het Element AARDE.

Bijgevolg past het als COMPLEMENTAIR KRUID bij het men-sentype met een tekort aan levenskracht en levenslust: het ietwat slappe type dat gemakkelijk over zich laat lopen, en het gevoel heeft zich niet te kunnen handhaven in, of te kunnen verdedigen tegen de buitenwereld. Zulke mensen voelen zich slachtoffer en staan ook lichamelijk nogal eens zwak: bleke huids-kleur, eczema, netel(!)roos, afschilferende huid, bloedarmoede (bij vrouwen: te weinig menstruatie), lage bloeddruk. Zulke mensen zijn gebaat met een dagelijkse portie brandnetel om wat flinker te leren worden: om net zoals brandnetel "hun mannetje te leren staan".

Als ANALOOG KRUID past het past het bij het heetgebakerde, over -aktieve vuur-type dat iedereen zijn wil wil opdringen, en van geen wijken wil weten. Het zijn doe-mensen die al teveel hun (tomeloze) energie ontplooien, en met teveel mensen in botsing komen door hun ontstuimig temperament. Door hun yang-instelling, verwaarlozen ze het yin in hun lichaam: voldoende rust en reiniging. Resultaat: ze krijgen heel wat gelijksoortige ziektesympto-men als het complementaire type, doordat ze de afvalstoffen niet tijdig UIT hun gestel krijgen, omdat ze het de kans en de tijd niet geven.