Eetbare Kastanje

Op Corsica had sedert oudsher elke familie het recht en het be-heer over 5 Kastanjebomen voor de voedselvoorziening. Het toont aan hoe belangrijk kastanjes daar werden beschouwd als voedselbron: in de bergachtige en schrale maquis-gebieden is het niet gemakkelijk om landbouwgewassen te telen, en is men aangewezen op varkens- en geitenteelt. De kastanjes worden daar gemalen tot kastanje-meel, dat energiek wordt vermengd met water tot pulende en tot een broodje wordt gebakken. Vroeger werd wel eens over de Sardiese noot gesproken, naar Sardis/Sardes, de hoofdstad van Lydië of het latere Turkije. Maar zijn uiteindelijke naam dankt hij aan de Griekse stad Kas-tanéia in Pontus alwaar men de noot op grote schaal kultiveer-de. Alexander de Grote heeft gedurende zijn talrijke verove-ringstochten overal kastanjebomen laten aanplanten tot ver in Azië. Gedurende eeuwen betekende de kastanje voor de landen van het Middellandse zeebekken een voorraadbron aan koolhy-draten, en was bekend als "arme mensen voedsel" voor de intro -duktie van de aardappel uit Zuid-Amerika. Feit is dat miljoe-nen mensen rond de Middellandse zee, en dan nog eens spe-ciaal die van de berggebieden, door de Kastanje van de hongers -nood werden gered, wanneer de graanoogsten waren mislukt of werden geroofd door plunderende legers.

Wat de Kastanje zijn uitstekende voedingswaarde verleent, is zijn laag gehalte aan vetten (slechts 1% tegen een 14-21% bij an-dere noten), en zijn hoog gehalte aan mangaan, kalium, koper, en vitamines B1, B2, B6 en C. Geen wonder dus dat ze niet al-leen door de mens worden geapprecieërd, maar ook door eek-hoorns, Vlaamse gaaien, kraaien, wilde zwijnen, heten, beren en muizen.

Als hij in Noorderlijke gebieden eerder kleine dan grote noten aanmaakt, komt dat door de hoeveelheid zon; deze boom heeft veel zomerse zon nodig, wat zijn voorkomen verklaart in Zuid-Europa en Azië. De Amerikaanse Kastanje die even belangrijk was voor de Native Americans als basisvoedsel en timmerhout, werd bijna volledig uitgeroeid door de onvoorzichtige import van Aziatiese Kastanjebomen in het begin van de 20ste eeuw: die brachten een schimmelinfektie binnen waartegen de Ameri-kaanse soort geen verweer had. Om en bij de 4 miljard bomen vielen in amper 40 jaar te prooi aan deze schimmel: een vernie-tiging die één van de grootste ecologiese rampen in de Ameri-kaanse geschiedenis was, samen met de bijna volledige uitroei-ing van de buffalo een eeuw vroeger.

Wat gold voor zowel de Amerikaanse Kastanje als voor de buf-falo, gold trouwens ook voor de Native American zélf: tot op de rand van de totale vernietiging gebracht, overleven in een aantal kleine reservaten. Dat is een typies Schorpioen- of Pluto-thema: gedreven worden tot in de laatste loopgrachten of stellingen van het bestaan, op de grens tussen leven en dood, en in dit ultiem en schijnbaar hopeloos overlevingsgevecht toch nog de moed en de kracht vinden om deze beproeving te bo-ven te komen. Met de rug tegen de muur staan, maar toch nog voldoende weerstand kunnen opbrengen om een doorbraak te kunnen bewerkstelligen. Sla er maar op na wat Edward Bach in zijn fameuze Bachbloesems als energie-patroon over de Sweet Chestnut heeft geschreven: het bereiken van de grenzen van zijn belastingsvermogen; de harde konfrontatie met de echt -heid van zijn wezen; de nood om een pijnlijke transformatie aan en door te gaan. Het heeft betrekking tot de eerste cha-kra; het heeft te maken met survival en met het doorgeven van zijn DNA door sex te hebben. Het is dus geen toeval dat de kastanjebloesem naar sperma ruikt, en dat de prostaat de vorm en de grootte van een .... kastanje heeft.

In de Traditionele Chinese Kruidengeneeskunde (TCH) wordt de Kastanje als Li Tzu gebruikt tegen allerlei aandoeningen van het onderlichaam: lage rug pijn; frekwent moeten urine-ren tijdens de nacht; aambeien; spataderen; diarree; reumatie-se pijnen. Omdat de Kastanje zowel het bloed doet circuleren als het bloeden doet stoppen, wordt hij ook gebruikt bij neus-bloedingen, bloedarmoede, bloeduitstortingen, aambeien en snijwonden. In het algemeen versterkt hij ook het immuniteits-systeem en de nieren. In het Oude China werden kastanjebo-men vanwege hun weldoende uitstraling dicht bij de woning geplant om welvaart en geluk te brengen.

Diezelfde sterkte en hardheid vinden we terug in het hout van de boom: kastanjehout is fijnvezelig en zeer goed bestand tegen vocht. Het rot niet gemakkelijk en is zelfs duurzamer dan eikenhout, en daarom geschikt voor het vervaardigen van tuin-meubels of omheiningen in de tuin. De harde of onverbidde-lijke aard van de Kastanje uit zich ook in zijn wel erg stekelige bolsters, die als naalden in de huid kunnen priemen.

Kastanjes zijn verwant aan beuken en eiken (napjesdragers) en kunnen onder gunstige omstandigheden tot 300 jaar oud wor-den. In Zuid-Europa kan men enorme exemplaren vinden met een stamomtrek van meer dan 20 meter. De oudste boom staat op Sicilië op de helling van de Etna en wordt de Boom van de honderd paarden genoemd, omdat in de 14de eeuw de konin-gin en haar hele gevolg tijdens een regenbui onder deze boom kon schuilen. De intussen holle boom heeft een omtrek van maar liefst 68 meter, en bestaat eigenlijk uit 3 met elkaar ver-groeide bomen die meer dan 2000 jaar oud zijn.