Art 39
Kattekruid (Nepeta Cataria)

Van de Nepeta-familie- een Onderfamilie van de Labiaten- zijn er heel wat voornamelijk gekweekte variëteiten te vinden. Meestal vertonen die een fraai-ere en mooier gekleurde bloeiwijze dan de Wilde, oorspronkelijke vorm. Wat hier en nu echter in de eerste plaats belangrijk is, is niet de kwaliteit als tuin-plant, maar de geneeskrachtige werking. En die is nu eenmaal sterker bij de echte, wilde vorm. De gekweekte variëteiten doen hun naam als Catnip weliswaar ook nog alle eer aan, maar al bij al ruiken ze toch enigsins anders, en is hun geneeskracht ook minder.

Het Wilde Kattekruid verschilt van de kultivars in bloemkleur en bladeren. Die zijn namelijk eenvoudiger, "rustieker" en grover van bouw. De meeste kultivars hebben fijnere bladeren, en een massa bloeistengels met mooie paarse tot lila bloemaren -"kleine "kattestaartjes" als het ware-. Het wilde kat-tekruid heeft grotere bladeren , een beetje zoals die andere labiaat de Witte Dovenetel, maar dan in een meer grijze variant. En op de vertakte stengel verschijnen op het eind eenvoudige wit-achtige bloemtrosjes met een rozige onderschijn.

De specifieke geur waar katten zo dol op zijn, kan ik hier natuurlijk niet bijvoegen, maar die is zo karakteristiek, dat wanneer men die eenmaal gero-ken heeft, men die nooit meer vergeet. De gedroogde bladeren van het Katte-kruid werden soms wel eens gerookt omdat men er high van werd: in een ge-concentreerde vorm heeft het een hallucinogene werking. Ook een sterke thee van de bladeren kan een gevoel van welbehagen veroorzaken, zodat het sinds de Oudheid als een soort rustgevend middel wordt gebruikt.

In de literatuur zal men evenwel niet zoveel vinden over dat fameuze Katte-kruid. Wat wel vast staat, is het feit dat het afkomstig is uit het Oostelijk Mid-dellandse Zeegebied, daar lange tijd werd gekweekt als artsenijplant, en van-uit die tuinen verwilderde om zich op specifieke plaatsen te handhaven. Wat Kattekruid daarbij zoekt en nodig heeft, zijn: een droge, stenige, rotsige bo-dem (hij kan op dijken en muren groeien), en een standplaats in volle zon, want het is net zoals de katten een echte zonneklopper die zich koestert in de zonnestralen op Zuid-gerichte hellingen.

Wat zijn geneeskrachtige toepassingen betreft wordt Kattekruid vooral ge-bruikt bij verkoudheden van kinderen , die kunnen gepaard gaan met (lichte) koorts, hoest, hoofdpijn, darmpijnen en onrust. Dit heel scala van met elkaar verbonden en met elkaar reagerende ziektesymptomen, zijn kenmerkend voor de Tweelingen-energie. Men vindt ook bij Kattekruid die toepassingen die men nagenoeg bij ALLE typiese Tweelingen-kruiden kan terugvinden. Als geneeskruiden met een breed spectrum vanaf luchtwegen-keel, over darm en eindigend bij wonden, zijn de vier kruiden die ASTROLOGIES als Twee-lingen-kruiden zijn behandeld door mij niet toevallig alle 4 Lipbloemigen of Labiaten. Maar bij Thijm (in kombinatie met Lucht) ligt het accent op de lon-gen; terwijl bij Hyssop (in kombinatie met Vuur) het accent op de spijsver-tering-stofwisseling ligt; en bij Kleine Pimpernel (in kombinatie met Aarde) het accent ligt op de wondheling-bloedstelping.

Wat de tweede energie is die in Kattekruid werkzaam is, wordt duidelijk wan-neer het ook gebruikt wordt om uitblijvende of "vastgelopen" menstruatie te-rug op gang te krijgen: bij Kattekruid (in kombinatie met Water) ligt het ac-cent dus lichamelijk ook op de waterhuishouding, en psychies op de emo-tionaliteit. Een emotionaliteit die flink kan verstoord zijn, want Kattekruid kan ook gebruikt worden bij paniekaanvallen, angst, slapeloosheid, overagi-tatie. Het schijnt vroeger door "beulen" te zijn gebruikt, om hen te helpen hun (verschrikkelijk) "werk" te kunnen uitoefenen.

In de Chinese Traditionele Kruidengeneeskunde wordt Kattekruid als Mao Bo He gebruikt om Wind-hitte los te laten en gestagneerde energie (Chi) op te heffen. In de behandeling buikkolieken met krampen en gassen, piepende ademhaling en uitwendig gebruik bij arthritis, aambeien en huidontsteking kan men zijn Tweelingen-aard herkennen.

Want als ANALOOG KRUID past het bij het menstype dat uitgespro-ken voor-en afkeuren heeft, dat sterke sym- en antipahieën kent. Of hij is dol op iets of iemand; of hij haat het of hem/haar. In die passie waarin hij iets doet, in die overgave waarmee hij zich aan iets of iemand wijdt, verliest hij voor een groot deel zijn redelijkheid en objektiviteit. Het is dan alsof hij plot-seling "zijn verstand verloren heeft" of niet meer kan nadenken. De gevoels-stroom kan zo ongeremd en ongezeefd zijn gemoed overspoelen, dat hij spreekwoordelijk uit de bol gaat en zich te buiten gaat aan wat men als licht hysteries gedrag zou kunnen omschrijven. Wat zo iemand moet leren is met zichzelf in dialoog te gaan om zijn relativeringsvermogen terug te vinden: neem het toch niet zo persoonlijk op; en zo erg is het tenslotte ook weer niet. Er is geen man ovrerboord en het schip is nog niet vergaan! Niet zozeer de gevoelsstroom proberen te doen stoppen of te censureren met het verstand, dan wel terug kontrole krijgen over zichzelf door een dam of een sluis te zet-ten, waardoor het water met een acceptabel debiet kan stromen, en OVER-stromingen kunnen vermeden worden. Kattekruid dus toedienen bij vlagen van hysterie, waarbij de persoon "zijn pedalen verliest", om terug tot zijn zinnen en tot rust te brengen.

ALS COMPLEMENTAIR KRUID past Kattekruid bij het mensentype dat juist problemen kent met passie en overgave, maar integendeel altijd ob-jektief en rationeel wil blijven. Zich laten overspoelen door gevoelens en emo-tionele buien, vindt zo iemand doorgaans als een ongepast te kijk stellen van zijn intimiteit, ja zelfs als "aanstellerij". Waarvoor zijn al die drama's en scè-nes nodig aub? Met zijn "groot hoofd" probeert hij die emotionele "uitspat-tingen" te voorkomen en te beheersen. Terwijl zo iemand zich verstopt achter die rationaliteit en alles daarmee weg berationaliseert, houdt hij zijn eigen emotionaliteit niet alleen verborgen voor anderen, maar ook vaak voor zich-zelf. Geen wonder dat hij het dan plots "aan de waterwegen kan krijgen", of dat al die ontkenning kan uitmonden in een hartneurose. De onderdrukking van de gevoelsstroom legt lichamelijk de waterhuishouding plat en doet een emotionele blokkade of beklemming ontstaan: al die verdrongen emoties staan te dringen tegen de dam die hen tegenhoudt. Maar de persoon is té bang om al was het maar de deur op een kier te zetten. Wat stromen moet, moet men echter laten stromen. Beter gek doen dan gek worden. Waarvoor het Kattekruid dienstig kan zijn. Miauw!