Pag5
De Keltiese BoomKalender

Wie zoals ik én met Astrologie, én met Bomen bezig is, botst vroeg of laat op de Kel-tiese BoomKalender. Op het eerste zicht een interessante kombinatie tussen een "oude" wetenschap, met iets "nieuws", en tesamen gebracht onder de "auspiciën van onze Keltiese, voorvaderlijke kultuur en geschiedenis. Veel mensen worden dan ook entoesiast van iets wat er als zoetekoek kan ingaan, omdat het nog eens schijnt in te spelen op de huidige tendens om de Natuur als belangrijk te ervaren. Dus wordt het "verkocht" als: In de religie van de Kelten neemt de natuur een centrale plaats in. De Kelten vereerden de aarde en beschouwden ook bomen, rotsen en rivieren als heilig. Volgens de Kelten wordt je karakter bepaald (?) door de boom die in je ge-boorteperiode heerst. Deze levensboom is niet alleen je geluksboom , maar vertelt tevens welke eigenschappen je met hem gemeen hebt.

Zoals dat nogal eens meer het geval is met dergelijke PR-advertenties, staat dit stijf van ambitie. De astrologie revised? Een spirituele duik in ons kollektief verleden? Een archeologiese reconstructie van een verloren gewaande esoteriese kennis? De missing link om heden met het verleden te verbinden? Dit spreekt uiteraard erg tot de verbeelding, maar noem mij wantrouwend naar alles wat teveel naar New Age "ruikt", het maakt mij niets uit. Een werk moet voor mij in de eerste plaats kunnen waar maken wat het pretendeert, en moet dus op een coherente en gedegen wijze in elkaar steken, én op soliede pijlers van degelijke fundamenten of bronnen rusten. Tijd dus om deze Keltiese BoomKalender eens grondig door te lichten.

DE BRONNEN DOORGELICHT

Kennis over de Keltische boomkalender danken wij in de eerste plaats aan de vondst van een "bronzen plaat" in het Franse Coligny, die deze kalender weergeeft. Daarnaast heeft de Engelse dichter Robert Graves in zijn boek "The White Goddess" veel over dit Keltische kennissysteem onthuld. Tenslotte heeft de Zwitser Michel Vescoli de Keltische boom-kalender verder verfijnd en uitgewerkt.

Nogal summier als brongeving. Het probleem van de Keltiese kultuur is welbekend: ze had GEEN geschreven traditie of weerslag, dus kan men noch Keltiese schriftge-leerden, noch dokumenten aantreffen. Die fameuze bronzen plaat van Coligny (zie hieronder) dateert van later, nl van de Gallo-Romeinse tijd (tweede eeuw). De Romeinen hadden wél een geschreven traditie en hebben veel dokumenten nagela-ten, dat is bekend. Die plaat van Coligny was een soort "hybride" tussen de inder-daad Keltiese kalender en Latijnse inscripties. In 73 stukken gevallen, was het een monnikenwerkje om hem gedeeltelijk te reconstueren. Inhoudelijk ga ik hierop ver-der in; letterlijk volstaat het om hier op te merken dat daarin totaal GEEN verwijzin-gen naar bomen of natuurfenomen in te vinden zijn.

Wat de Engelse dichter Robert Graves met zijn boek "The White Goddess" betreft: dat is een soort cult-boek voor New Agers en esoterici, dat deels een oefening is in semantiek want geschreven in een hermeties ietwat cryptiese taal, deels een soort extrapolatie van een hypothetiese religie is voor "het ontstaan van de grote gods-diensten". Graves was geïnteresseerd in mythologie en sciencefiction, en heeft over beide onderwerpen boeken geschreven. In The White Goddess postuleert hij het bestaan van een Europese godin, die hij in samenhang met de maanfazen benoemt. Hij betrekt daarmee en citeert daarin mythologieën en gedichten uit Wales, Ierland, West-Europa alsook het antieke Midden-Oosten. Het werk was echter van in het begin erg opstreden en polemies, vanwege zijn vermenging van fictie met "weten-schap", hypothesen met overlevering, feiten met visies. Ondanks dit is het boek een belangrijke inspiratiebron geweest voor kringen van paganisme, moedergodverering, wiccans en dergelijke. Maar de intrinsieke waarde ervan als bronvermelding is dus eigenlijk nihil: het is een verwerkte overlevering NAAR een bepaalde visie toe.

Wat de Zwitser Michael Vescoli tenslotte betreft, behalve dat hij inderdaad daar-over een boek gepubliceerd heeft, heb ik over deze auteur nagenoeg niets kunnen vinden. Gezien hij daarover een voordracht heeft gegeven bij de Astrologiese vereni-ging te Zurich, moet hij wel met de astrologiese principes bekend zijn. Zijn boek is gepubliceerd geworden in 2013. Maar ik heb reeds in 1986 van mijn moeder het boek "l' Astrologie Celtique" in het Frans van een zekere Carol Carnac (zie foto hierboven) gekregen. Daarover verder meer, maar hier en nu volstaat het om op te merken dat het werk van Vescoli NIET origineel is, maar dus slechts een adaptatie van iets dat veel vroeger al werd uitgewerkt. Ook hij is derhalve geen bron: hij heeft het concept niet "uitgevonden", maar gewoon herbewerkt.

ASTRONOMIES DOORGELICHT

Het laatste wat we moeten doen, is onze voorouders onderschatten. In de eeuwen die deze zogenaamde "primitieve kulturen" zijn vooraf gegaan, had de mens reeds de "hemel" bestudeert en daarin de wetmatigheden in erkend. Niet alleen hier in West-Europa, maar OVERAL ter wereld. Maar hier, in een gematigd klimaat met 4 seizoenen, kende men al snel wat men toen dacht de Zonne-cyclus te zijn, met Lente- en Herfst-equinox, Zomer-Zonnewende en Winter-Zonnestilstand. Deze 4 belangrijke standen werden geëerd als Feestdagen en gemarkeerd in de gebouwen voor de Natuurreligie die ze gebouwd hadden (cfr Stonehenge). Deze kregen ook de specifieke namen, zoals die min of meer voortleven in de Wicca-kalenders.

In het dagelijks leven gebruikten onze Keltiese voorouders eerder de Maancy-clus, omdat die dankbaarder was voor kortere tijdsbepalingen en afspraken. Ook wisten zij al, dat Zonne-cyclus en Maan-cyclus onderling ondeelbaar zijn. Er gaan meer dan 12 Maancycli in een Zonne-jaar, maar ook minder dan 13. Maar dat "over-lappen" van de Maanfasen, was voor onze pragmatiese voorouders minder proble-maties: de Maancyclus verschoof van jaar tot jaar, maar wat dan nog? Bomen dieren en mensen pasten zich aan, zoals het was. Soms duurde een "maand" daardoor lan-ger; soms korter.

Maar, om op die plaat van Coligny terug te komen: als die iets duidelijk maakt, is dat zij voor hun tijdsrekening een Maancyclus in twee periodes van 14 dagen verdeel-den: Van Nieuwe Maan tot Volle Maan= Wassende Maan; en van Volle Maan tot Nieuwe Maan= Afnemende Maan. Net zoals zij ook de Zonne-cyclus in twee verdeel-den: een "donker" half voor de Zomerzonnewende; en een "helder" half erna. Het jaar werd dus verdeeld in 12 segmenten, die ze ook bepaalde namen gaven omdat ze tevens astronomiese observaties kenden. Samen resulteerde dat in 12 namen van "Maan(d)en" over het jaar: de Zwarte Maan, de Koude Maan, De Stille Maan, de Ijs-Maan, de Wind-Maan, de Groeimaan, de Heldere Maan, de Maan der Paarden, de Claim-Maan, de Twist-Maan, de Zingende Maan en Oogst-maand. Ik laat in het mid-den of deze benamingen al tot stand waren gekomen door Romeinse invloed. Want tenslotte zou je van een Natuur-volk meer iets verwachten in de trant van: "We zien elkaar terug in de derde dag van de wassende maan waarin de schapen jongen"; of: "Tot de Volle Maan waarin de meidoorn bloeit". Wat er ook van zij: de Kelten ge-bruikten 7-delige en 12-delige tijdsindelingen; geen spoor van een 10-delige.

ASTROLOGIES DOORGELICHT

Afgaande op al het voorgaande, is het zonder meer duidelijk dat de Boom-Kalender NIET door de Kelten werd uitgedacht, maar dat dit veel later werd "uitbedacht". Net zoals men in de Wicca of Druïde-incantaten naar de 4 Windrichtingen, aanroepingen tot "Aartsengelen" kan vinden. Dit is niet "Kelties", maar Christelijk, dus minstens 1000 jaar recenter. De indeling in 10 dagen, gaat terug tot de Dekanaten in de Astrologie: waarbij elke 30 dagen van een Teken van de Dierenriem nog eens werd onderverdeeld in 3 periodes van 10 dagen die korrespondeerden met de andere Te-kens van hetzelfde Element. Ik leg dat uit met een voorbeeld: als Schorpioen-plant kan men in het Noordelijk Halfrond niet bloeien in zijn EIGEN periode, want daar-voor is november te koud. Maar zo'n plant kan dan wel bloeien in het tweede Kreeft-Dekanaat van de zomer, of in het derde Vissen-Dekanaat in het voorjaar.

Met de Dekanaten zijn we aanbeland in de 19-e eeuw. In die periode zal men een po-ging hebben ondernomen tot "reconstructie" van het Kelties erfgoed, vanwege de vernieuwde interesse in oude kulturen en archeologie. Rond die tijd werden ook de Druïden-gilden, en Wicca-kringen opgericht, waar de nood om dit systeem verder in te vullen wél bestond. De antroposofiese vereniging, Blavatsky, Rudolf Steiner, ....: het is een tijd waar men hermeties esoteriese systemen uittekent. Maaaaarrr: wat met de plaatselijke "couleurs locales"? Engeland-Wales-Ierland-Schotland, of Duits-land meer Germaans, en het Hoge Noorden meer Vickings, waarbij dan automaties een hele trits goden en godinnen en mythologiën worden bijgesleurd.....aan wie de bomen werden opgedragen. Vaak mooie verhalen, maar vanuit een analogie niet echt bruikbaar.

Want als men dus ACHTERAF bepaalde bomen verbonden heeft met bepaalde De-kanaten, moeten die analogieën of wezensovereenkomsten wel degelijk kloppen. In het boek van 1986 dat ik heb heeft men dat coherent proberen te doen: 12X3=36 boomtypes korrsponderend met een bepaald gesternte en met een bepaald mensen-type. Men heeft daarbij zijn best gedaan om 34 INheemse bomen en struiken te kie-zen, waaronder de maretak; geen boom maar groeiend op een boom, en belangrijk voor de Kelten. Alleen De Netelboom en de Cypres horen NIET thuis in de lijst want zijn Zuidelijker. Vergelijken we dat met het "systeem Vescoli", dan passeren daar slechts 21 bomen de revue. Vier bomen krijgen de status van "heilige bomen": de eik, de berk, de olijfboom en de beuk. Dat wordt als een evidentie voorgesteld, maar ik weet echt niet waarop Vescoli zich steunt om dat te beweren. Bovendien: de olijf-boom?? Die kan hier alleen in potten in een orangerie gehouden worden. En deze 4 belangrijkste bomen krijgen zogezegd de minste eer toebedeeld: slechts één luttele dag. Weinig overtuigend, dit knip-en plakwerk. En van de overige 17 klinken er 3 vals in het rijtje: de ceder, de vijg en de cipres, want alweer Zuidelijker.

En tot slot: boomhoroskoop is kompleet foutief. Net zomin als de prognoses in de krant per Sterrebeeld "horoskopen" zouden zijn. Wat is het dan wél ? Een astrologie-se oefening in het ontdekken van een analogie met een bepaalde boom. Zijn broeder onder de bomen vinden, omdat die korrespondeert met zijn energie en uitstralings-veld. We hebben vele broeders: onder de bomen, onder de dieren, onder de vogels, onder de kruiden, onder de mensen. Dit begrijpen, maakt het interessant. Dit hante-ren als de zoveelste deterministiese typologie in de reeks, een overbodige oefening.