(Zoete en Zure) Kers -Kriek

"Kers" is een verzamelnaam voor heel wat kerse-soorten. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is ten eerste een uitbundige en overvloedige voorjaarsbloei, die de boom en de omgeving in een bloesemwolk zet. In Japan neemt die kersenbloesem, de sakura een belangrijke plaats in als aankondiger van de Lente: op het ogenblik dat de kerselaars bloeien, trkken duizende Japanners naar parken en bergen om onde de bloeiende bomen te picknic-ken en sake te drinken. Dit is het feest van Hanami= "bloesems kijken". Deze Japanse kerselaars (prunus subhirtella) laten bloementapijten in verschillende kleuren na (wit-roze-paars), maar geen kersen: het zijn cultivars die geënt worden op on-derstammen van wilde soorten en dus onvruchtbaar zijn. In de tuin van mijn ouderlijk huis stond een Japanse kerselaar, waar-van die onderstam plots takken deed uitgroeien die witte in plaats van roze bloemen gaf, en kersen opleverden.

Wat alle kersen-soorten dus ten tweede gemeen hebben als ze vruchtbare bloesems geven, zijn de kersen die ze als vruchten geven. Ook hieronder bestaan er weer een massa aan variëtei-ten, van de zoete kers (prunus avium) tot de zure kers of kriek (prunus cerasus); van knalrode kersen over wijnkleurige ker-sen, tot zelfs zwarte en witte kersen. En gezien het feit dat vo-gels deze kersen minstens even lekker vinden als de mensen, moesten de kersenoogsten steeds beschermd worden tegen de-ze vogelvraat, van netten tot kanonnen om ze af te schrikken. De gewone vogelkers (prunus padus) en de Amerikaanse vogel-kers (prunus serotina) zijn prototypes van hoe de oer-kers er moet uitgezien hebben ten tijde van onze verre voorouders: kleine rode steenvruchten met een harde pit die door de vogels lustig werden verspreid.

Gezien hun aantrekkelijkheid door hun vruchten, hoeft het dan ook niet te verwonderen dat deze oorspronkelijke of wilde ker -sen al vrij vroeg werden gekultiveerd en veredeld. Omdat er reeds ten tijde van de Grieken en Romeinen kersenplantages bestonden, wordt de vermoed dat de kers oorspronkelijk af-komstig is uit ZuidOost-Europa-Klein-Azië. De naam "kers" gaat trouwens terug tot een Turkse havenstad aan de Zwarte Zee geroemd voor zijn kersen: Giresum, door de Romeinen verbasterd tot Cerasus. Vandaar in het Italiaans "cerasa", in het Frans "cérise" en in het Engels "cherry". Turkije is trouwens nog steeds de grootste kersenproducent ter wereld.

Maar gezien het algemeen voorkomen van de kers op de ver-schillende kontinenten, van China tot Europa en Noord-Ameri-ka, en van bossen tot bergen (waar hij kan voorkomen tot op 1700 meter hoogte), moet men konkluderen dat de wilde kers reeds zowat overal inheems was, zij het dan in een bepaalde va-riante.

Als derde gemeenschappelijk kenmerk dat alle kerselaars ter wereld met elkaar delen, is er het hout. De rijzige stammen van volwassen kerselaars geven uitstekend hout voor de meubelma-kerij: het heeft een mooie oranje kleur, mooie vlamtekeningen en een karakteristieke, aangename geur. De boom kan tot 20 meter hoog worden, en kan tot 300 jaar oud worden. Hij is een snelle groeier, en produceert een weelde aan bloemen en vruch-ten, maar is (relatief) snel "op". Dat is eigen aan zijn onbesuist, spontaan en flamboyant Ram-karakter.

Wat zijn geneeskracht betreft is de kers geen hoogvlieger, en deels hoort dat bij diezelfde, ongekompliceerde Ram-aard: what you see, is what you get! De vruchten zijn zijn beste "me-dicijn": kersen worden graag aan zieken en herstellenden gege-ven, omdat ze enerzijds licht verteerbaar zijn, en anderzijds veel ijzer, vitamine C en anti-oxydanten bevatten. Een kombi-natie die het immuunsysteem opkrikt en beschermt tegen vi-russen. Ze werken ontstekingsremmend, pijnverlichtend, slijm-oplossend, verkoelend en koortsverlagend. Bovendien maken zij bloedvaten, luchtwegen en darmen schoon: kersen verhinde-ren flatulentie (winderigheid) en maken dus letterlijk een in het nauw gedreven hart vrij wanneer gassen het middenrif omhoog drukken. Doordat de in kersen aanwezige suiker de bloedsui-kerspiegel bovendien slechts in geringe mate beïnvloedt, zijn kersen of kersensap ook uitstekend geschikt voor diabetici.

In de volksgeneeskunde kan men talrijke recepten terugvin-den, waarvan ALLE onderdelen van de kers gebruikt werden. Het bekendst zijn de vruchtstelen die als urinedrijvend middel werden gebruikt. Het hars van de boom werd gedronken voor een mooiere huid en tegen acné; van de fijngemaakte bast werd een kalmerend aftreksel gemaakt; van de bloesem thee als kom-pressen op ontstoken oogleden; van bloeiende takken een thee voor de longen (tuberculose); en fijngemalen kersepitten wer-den gebruikt als middel tegen waterzucht en stenen.

Last but not least kan men kers ook nuttigen als kersensap, als tinctuur en als van kersen gestookte brandewijn. Kers kan ge-bruikt worden bij vormen van hardnekkige, krampachtige hoest en ter voorkoming van hooikoorts; volgens de Chinese kruiden-geneeskunde vooral bij een yin-deficiëntie.