Art 63
(Gewone) Klaproos

Vroeger ritselden de scharlaken rode klaprozen tussen de gouden aren van de korenvelden. Vroeger, want door het gebruik van onkruidverdelgers zijn ze daar verdwenen, en moet men de klaproosvelden gaan zoeken in de bermen langs autowegen en spoorwegen. De plant komt oorspronkelijk uit het Ooste-lijk Middellands Zeegebied, en heeft zich destijds met de graanteelt verspreid.

Omdat de Klaproos een onaangename geur verspreidt, wordt ze in de volks-mond soms ook stinkroos genoemd. Omdat de plant een giftige alkaloïde - rhoeadine- bevat, een stof die slecht voor de ogen is, wordt ze soms ook kwa-de-ogen-bloem genoemd. Als lid van de Papaver-familie is de wetenschap-pelijke naam papaver; met als soortnaam rhoeas om het onderscheid met de echte papver of Slaapbol te kunnen maken. Dit komt van het Griekse "rhan" = vallen, want iedereen die als kind heeft geprobeerd klaprozen te plukken, heeft ervaren hoe snel die verslensen, en hoe sne de kroonblaadjes afvallen. Deze kroonblaadjes kleuren eerst paars, en daarna zwart, dus ook het drogen van de bloemen lukt slecht.

Naar het midden toe vertonen de kroonbladeren een zwarte band, soms met wit omzoomd, wat centraal een zwart "kruis" aftekent rond de stamper. Ik weet niet of het daardoor komt dat reeds in het Oude Egypte dat papavers als grafversiering werden gebruikt. Later in de geschiedenis konstateerde men na bloederige veldslagen keer op keer dat het slagveld het jaar nadien volledig met Klaprozen werd begroeid. Zoals bij de Slag van Neerwinden op het eind van de 17e eeuw, en de slag van Waterloo in de 19e eeuw. Dit herhaalde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog toen hele velden Klaprozen ontstonden, zowel op de massagraven in Frankrijk, als op het slagveld van loopgraven in West-Vlaanderen. Meer was er niet nodig om ze daarom doodsbloemen te noe-men, die groeiden uit het vergoten bloed der gesneuvelden. Toen de Canadese legerdokter McCrae zijn gedicht "In Flanders fields the poppies blow...."over de gruwels van van de slag om Ieper getuigde, werd de Klaproos het symbool om het offer van deze gesneuvelden te blijven herdenken.

De realiteit is evenwel pragmatieser: Klaproos is een pionier die bij voorkeur groeit op open of opengemaakte grond. Het zaad van Klaprozen kan jarenlang in de grond blijven rusten en zijn groeikracht behouden, om pas te ontkiemen als de grond wordt omgewoeld. En of dit nu gebeurt door de boer wanneer die zijn akker omploegt, of door het geweld van bomexplosies die de aarde open-rijten, maakt voor de Klaproos niets uit. Op kleine schaal gebeurt hetzelfde wanneer men een stuk grond heeft omgespit voor een tuinaanleg of heeft leeg gemaakt voor de bouw van een huis: samen met Kamille komen Klaprozen uit het schijnbare niets de vrijgekomen grond innemen.

Of de Klaproos dus zo'n "pest" is als de boeren verklaren, is dus uiterst twijfel-achtig: de Klaproos doet gewoon haar "job" door vrijgekomen aarde zo snel mogelijk weer te begroeien en aldus te verhinderen dat de bodem zou uitdro-gen. De nieuwe ecologiese inzichten verduidelijken dat een bodem steeds be-dekt moet blijven om het leven erin intakt te houden. Open grond = dode grond. Klaprozen -samen met andere pioniers- zijn dus als een soort wond-weefsel voor Moeder Aarde, die bij kwetsuren de wonde direkt laten toe-groeien en een verstoorde balans herstellen. Daarom wordt de California Poppy (Eschscholzia) -die oranje ipv rood is- als Bach-bloesem toegediend voor een evenwichtige innerlijke ontwikkeling.

Tijd dus om het over de geneeskrachtige werking van de Klaproos te heb-ben. Al sinds de Middeleeuwen werd deze plant aangeraden voor aandoenin-gen van keel- en luchtwegen: tegen krampachtige hoest (het wordt nog al-tijd in hoestsiroopjes verwerkt), tegen verslijming, keelontsteking, bronchitis, het voorstadium van tuberculose, tot en met pleuritis (longontsteking).

Hierin herkennen we ASTROLOGIES zijn Tweelingen-aard. Beves-tiging daarvan vinden we terug in de bloeiperiode: Klaprozen beginnen volop te bloeien wanneer de Tweelingen-periode aanbreekt, ttz vanaf 21 mei (de Kleine of Bleke Klaproos -papaver dubium- , te herkennen aan zowel de ble-kere kleur als de langwerpige zaaddozen, bloeit vroeger).

Daarnaast bevat de (Gewone) Klaproos ook nog de Vissen-energie net zoals haar zusje de Slaapbol, die haar kalmerende en slaapverwekkende eigenschap -pen verleent. Het sap uit de onrijpe zaaddozen van de Klaproos bezit dezelf-de bedwelmende werking als de Slaapbol, maar dan in geringere mate. De bloemhoofden werden meestal in water gekookt en dan gedronken als slaap-middel of als kalmeringsmiddel tegen zenuwachtigheid. De plant werkt ook koortsstlliend, verkoelend en pijnstillend, maar alweer in mindere mate.

De kombinatie van Tweelingen- en Vissen-energie, verleent aan de Klaproos haar specifiek karakter. Tweelingen-Vissen-mensen die deze analoge energie in zich dragen, trekken er graag en regelmatig op uit. Omdat "het gras elders altijd groener is", omdat er zoveel interessante plekken te bezoeken en boeien -de mensen te ontmoeten zijn, of simpelweg omdat nieuwe impulsen en erva-ringen hen doen opleven. Verveling en voorspelbaarheid doen hun geest in-slapen (!); ze hebben stimuli en vrijheid van beweging nodig.

Als ANALOOG KRUID -wanneer de Tweeling-aard domineert over cde Vissen-aard- stemt de Klaproos overeen met het mensentype dat van ver-andering houdt. Hetzij dat hij om de zoveel tijd van woonplaats verandert door te verhuizen; hetzij dat hij na een aantal jaren van werk verandert, en letterlijk en figuurlijk van nul herbegint. Net zoals de plant een pionier is die braakland opzoekt, is de Klaproos-mens een pionier die ergens anders zijn "tent opzet" of "een nieuwe zaak opstart". Zolang er uitdagingen zijn, blijft hij ge-boeid; maar als hij erop uitgekeken is, trekt hij weg. In extreme vorm, geeft dit de nomadiese leefwijze of het zwerversbestaan. In zijn zachtere vorm geeft dit een loopbaanonderbreking op oudere leeftijd, of een wereldreis op jongere leeftijd.

Wanneer de Vissen-aard domineert over de Tweelingen-aard , dan domineert het tomeloze in dit verlangen, en trekt men het ruime sop (Vissen cfr de zee) of de wijde wereld in. Als men zich ergens settelt of zich aan iemand hecht, dan loopt dit in het begin goed, maar nooit voor lang, ook al was men er met de beste bedoelingen mee begonnen. Er is steeds die lokroep van andere plaat -sen en andere mensen, en steeds die onrust in zich om vrij en ongebonden te leven. Sommigen lossen dit op door een dubbelleven te leiden, maar wan-neer zo iemand geen uitlaatklep voor zijn aspiraties en dromen (meer) kan vinden, dan kan hij als een bohemien of zelfs als een dakloze op straat gaan leven. De marginaal is weliswaar geen verslaafde, maar heeft al zijn hechtin-gen verloren of los gegooid.
Als COMPLEMENTAIR KRUID past de Klaproos bij dit verhaal. Zoals de boeren vinden dat papavers op de grond parasiteren, niets opbrengen en zelfs de oogst van tarwe doen afnemen, worden ook daklozen al eens als pa-rasieten van de maatschappij beschouwd. Een dakloze verwoordde het zo: "Men wilt dat je koren bent in het korenveld, maar geen klaproos. Een klap-roos is niet nuttig. Je kunt dan wel knap zijn, je bent niet gewenst."

Maar net zoals de Klaproos ons het efemere van het bestaan duidelijk maakt, maakt de dakloze ons het fragiele van het bestaan duidelijk: we kunnen dan weliswaar in de waan verkeren dat we alles mooi voor elkaar hebben gebracht en zijn schaapjes op het droge heeft, opeens kan er IETS in ons leven gebeu-ren waardoor alles als een kaartenhuisje in elkaar valt, en we alles verliezen. Veel is daarvoor niet nodig: een ongeluk, het verlies van zijn partner, een ramp, ....In plaats van dus neer te kijken op de daklozen als "verworpenen", zouden we er beter aan doen van mededogen op te brengen voor hen die "uit de boot zijn gevallen". Het kan IEDER van ons overkomen: vandaag zij; en morgen misschien jij. Het leven bestaat uit vallen en weer opstaan. Maar som -migen zijn zo diep gekwetst, dat weer opstaan blijkbaar niet meer lukt. Zijn de gesneuvelden ook niet in de eerste plaats gevallenen die vaak als slacht-vee naar een oorlog werden gedreven?