Art 37
Longkruid (Pulmonaria)

Longkruid roept de polemiek op: wat was eerst, de kip of het ei? Kreeg Long-kruid zijn naam vanwege zijn faam als erkend geneeskruid tegen aandoenin-gen van de luchtwegen en de longen? Of kreeg het eerst zijn naam op basis van van een bepaalde visie op hoe men de geneeskracht van een kruid kon herkennen? Feit is, dat Paraselsius zo'n 500 jaar geleden zijn "Leer der Ken-tekeningen" of zijn Signatuur-leer ontwikkelde: uit de vorm, de geur of de groeiwijze van een plant, kon men opmaken voor welk korresponderend or-gaan zij als geneeskruid kon gebruikt worden. Longkruid was hierbij een schoolvoorbeeld: de bladeren hebben de vorm van longen, en de witte stippen erop roepen het beeld op van door tbc aangetaste longen.

Feit is ook dat Longkruid sedertdien met succes werd gebruikt als kruid tegen allerlei aandoeningen van de luchtwegen en de longen: hoesten, bronchitis, verslijming tem longontsteking. Longkruid heeft een versterkende, hoestkal-merende en slijmoplossende werking op de ademhalingswegen; in die mate dat het 300 jaar later werd opgenomen in de lijst van de officieëel erkende geneeskruiden en de Latijnse naam Pulmonaria (=longen) officinalis kreeg.

Longkruid bevat veel slijm- en looistoffen die het slijm (!) uit de luchtwegen wegvoert, en de ontstoken slijmvliezen kalmeert; en veel kiezelzuur dat de nieren aanzet tot afvoeren van urinezuren uit het bloed, en de huid tot meer zweten aanzet. Daardoor is het ook een goed middel in de nabehandeling van een longontsteking: het voert de ontstekingsresten (oa urinezuur) af, waar-door de urine ook donkerder wordt. Omdat het als Ruwbladige moeilijk droogt, is het Longkruid het best als vers sap of als tinctuur te gebruiken.

Op basis van dat kiezelzuur delen heel wat auteurs Longkruid ASTRO-LOGIES in bij Boogschutter-Jupiter. Tertiair kan dat, maar bekeken vol-gens de bloeitijd valt Longkruid eerder onder Ram-Mars en Mercurius. Als typiese kreupelhout-bewoner moet hij immers vroeg in het voorjaar bloeien, vóór de vaste planten weer beginnen uit te groeien, en bomen en heesters terug in blad komen. Hij houdt trouwens ook van wat schaduw; anders kun je je in de kruidlaag van een bos niet handhaven.

Twee kenmerken geven verder nog echt iets weg over zijn wezen. Speciaal aan deze plant is dat hij 3 soorten bloemen bezit met meeldraden en stijlen van 3 verschillende lengten (niet met het blote oog op te merken), zodat er 18 ver-schillende bestuivingsmogelijkheden bestaan voor de hommels die de plant aandoen. Als typiese Ruwbladige vertonen zijn bloemen ook een kleurver-andering van rood-roze naar paars-blauw naargelang hun fase. En vervolgens is hij voor een Mars-vertegenwoordiger vrij sociaal: hij co-habiteert met an-dere planten in de tuin, zonder die te willen overweldigen. Dat zijn typiese Mercurius-eigenschappen.

Bijgevolg is het als COMPLEMENTAIR KRUID te gebruiken voor het mensentype dat problemen heeft om met anderen te cohabiteren door zich op te winden over alles wat hen kan storen en irriteren. Mensen zijn nu eenmaal verschillend van aard en pluimage. Men moet zich niet in zijn eigen "zijn" en beweging gestoord te voelen door de anderen; net zomin als de anderen zich moeten gestoord voelen door zijn andere manier van voor-komen of aanpakken. De Longkruid-energie leert om meer tolerant te zijn voor mogelijke verschillen tussen de mensen, die er nu eenmaal zijn.

Als ANALOOG KRUID past het bij mensen-type met wat men het "Calimero-complex" zou kunnen noemen: ik ben klein, en ik kan dit niet, en jij bent groot en sterk .....Een minderwaardigheidscompex omdat men niet die flamboyante held kan zijn, of niet die imposante verschijning is, die men zou willen zijn. Zulke mensen voelen zich "de keel dichtgeknepen", en belem-merd om vrij te ademen. Longkruid herinnert hen eraan, dat hoe klein ze ook mogen zijn, het OK is, te zijn ZOALS men is. Elkeen heeft niet alleen zijn zwakheden, maar ook zijn sterke kanten en punten. Het Longkruid is een klein maar bijzonder, en een laag maar sterk plantje, dat er mag zijn.