Pag2
Het Bewustzijn en het Spirituele

En alhoewel het denken zich als dusdanig in de hersenen afspeelt -de hersenen als zetel van het denken, of als “computer” -, is het bewustzijn de denker, de “modus operandi” van de geest die zich van de hersenen bedient op het mentale vlak. Zoals men de geest niet kan vinden door de hersenpan open te leggen, kan men hem ook niet met hersenscans “vangen”: wat men kan zien, is hersenaktiviteit, maar men kan de geest niet zien denken.

Dit alles heeft een aantal belangrijke konsekwenties.

Ten eerste: het bewustzijn is ruimer dan louter denken. Het beweegt zich doorheen de verschillende bestaanslagen en zorgt in iedere laag voor een specifiek bewust-zijn: een lichaamsbewustheid; een bewustzijn van emoties; een gedachtenbewust-zijn, .....

Dit wil zeggen dat NIET onze hersenen de kern van ons wezen zijn, maar ons bewust-zijn. Onze hersenen blijven wel ons “zenuwknoop- centrum”, ttz dat we niet meer kunnen bewegen, denken of kommunikeren zonder.

Ten tweede: als gevolg van de operationele werkzaamheid van dat bewustzijn, be-staat er zoiets als een bewustzijnsniveau , nl het punt tot waar het bewustzijn kan zien. Dit verschilt van mens tot mens, en bepaalt de graad van bewustzijn waartoe een individu in staat is.

Ten derde: het bewustzijn is een proces, ttz dat men door bewustwording als mens geestelijk kan groeien. Men kan zijn bewustzijnsniveau dus verhogen, alhoewel dit geen simpel proces is: het houdt in dat men bewustzijnsdrempels overschrijdt, en erin slaagt geestelijke deuren te openen, zodanig dat het bewustzijn verder kan zien.

Ten vierde: dat bewustzijn is steeds “aanwezig”, ook als men slaapt. In zekere zin werkt het dan zelfs “zuiverder” of ongecensureerd, omdat de inbreng van het denken is “uitgeschakeld”. In sommige disciplines probeert men zelfs het denken stil te leg-gen, opdat de geest zichzelf zou kunnen waarnemen, zonder de storingen en de ope-raties van het denken. Zelf ben ik eerder een voorstander om beter en helderder te leren denken.

Belangrijk bij dit alles is evenwel, dat esoterici geen onderscheid maken tussen de “wakende”en “slapende” staat. Veel wakkere mensen “slapen” eigenlijk, omdat ze funktioneren op een laag bewustzijnsniveau. Het is dus maar hoe men het bekijkt: anderzijds kan men in een staat van bijna-slaap, een erg wakkere en aktieve geest hebben.

De scheiding tussen “droom” en “werkelijkheid”, valt dan ook weg. Primo omdat die scheiding grotendeels artificiëel is: visualisatie-een techniek die bijvoorbeeld courant in de sport gebruikt wordt- toont aan hoe een “gedroomde werkelijkheid” een kon-krete werkelijkheid kan worden. Van “zijn dromen werkelijkheid maken”, betekent dat de geest zijn diepste noden probeert te vervullen en te realiseren, zijn “roeping” volgen.

Vandaar dat men het bewustzijnsproces soms ook omschrijft als een “zelf-realisatie”; wat niet betekent dat men dààrvoor niet “bestond” (maar wel: niet op dàt bewust-zijnsniveau) . Men kan het zelfs zover drijven, dat men de alledaagse, zogenaamd konkrete realiteit van de modale burger als een “droom” (of als een nachtmerrie) beschouwt, en zijn dromen als zijn meest autentieke bewustzijnsrealiteit.