Paulownia (tomentosa)
De zoektocht naar de Steenbok-vertegenwoordiger onder de bloembomen, was geen gemakkelijke opdracht. Ten eerste om-dat er in het Noordelijk halfrond nagenoeg GEEN bomen eind december-januari bloeien: het is dan het putje van de winter. Steenbok-planten moeten dus andere periodes uitkiezen om te bloeien: in het Steenbok-dekanaat van Stier (van 10 tot 21 mei), en in het Steenbok-dekanaat van Maagd (van 1 tot 11 septem-ber). Ten tweede: Steenbok houdt van sober en klein, dus niet van exuberante bloei of grote bloemen. Zijn voorkeur gaat uit naar onopvallende bloemen, zowel wat hun grootte als hun kleur be-treft (salomonszegel, heide, den, helmkruid, kleefkruid). Vaak zijn het ook "introverte" bloemen, met vrij gesloten of vergroei-de strukturen, die niet zozeer korresponderen aan de archety-piese "bloem". Ik moest dus op zoek gaan naar "de uitzondering op de regel": deze Steenbok, welke uitgesproken bloemen had, en het moest dan nog een boom zijn ook. Geen wonder dus dat ik uiteidelijk aanbelande bij de "witte raaf", een boom die een zeldzame ver-schijning en een nobele onbekende is. Had u al gehoord van de Anna Pauwlonia Boom? Eigenlijk is het een boom die GEEN eigen naam heeft, want zeg nu zelf: genaamd worden naar een Russiese (en dan nog onbekende) prinses, is een schoolvoor-beeld van gebrek aan verbeelding. In het Engels wordt hij de fox-glove tree genoemd: alweer bijster weinig origineel want er bestond al een plant die "Foxglove"(Vossenhandschoen) werd genoemd, namelijk het Vingerhoedskruid of digitalis. De piek van de bloei bij Paulownia vindt doorgaans plaats half mei, maar dat is zo'n drukke tijd voor bloei en groei in de plan-tenwereld, dat die paar zeldzame Paulownia's (ik ken slechts 4 standplaatsen in mijn stad) dat bijna ongemerkt doen. Er staan vast nog ettelijke opgroeiende boompjes in particuliere tuinen, maar die hebben dan meer het uitzicht van een Catalpa: opschietende stengels met grote, hartvormige bladeren. Het duurt een aantal jaren voor de Paulownia begint te bloeien. Hij groeit snel (2 meter per jaar) uit tot een flinke boom van 12 tot 15 meter hoog, wat hem meer geschikt maakt voor parken en dreven. Hij is oorspronkelijk afkomstig van Centraal China, en is maar kortgeleden (midden van de 19e eeuw) geïmporteerd geworden, zodat het normaal is dat men van die boom in het Westen niet veel afweet. Vermits hij pas begint te bloeien vanaf een zeker (houtig) for-maat, is men bij de aanschaf aangewezen op de informatie van de verkoper. Als de boom uit zaad is opgekweekt, kan dat nogal eens tegenvallen, want kan men eigenlijk niet weten welke bloemkleur zijn boom zal hebben. De vele foto's van Paulow-nia's met bijna fluorescente paarsblauwe kleur, geven GEEN realisties beeld weer, maar zijn het gevolg van beeldbewerking met maximale verzadiging; het levert -net zoals bij zijn tropies neefje de Jacaranda- kitcherige foto's op die té mooi zijn om waar te zijn. In werkelijkheid kan de kleur van de bloemen va-riëren van witroze tot margenta, en van lila tot blauw, met alle schakeringen daartussen. Deze zelfde schakeringen kan men vaak BINNEN de individuele bloemen opmerken, waarvan de binnenkant lichter van kleur is en meer naar een geelwit neigt. Hebben het kruid en de boom verder nog iets gemeen dan lou-ter hun naam? Digitalis behoort tot de Weegbree-familie, ter-wijl de Paulownia ..... nou ja, men wist eigenlijk niet waar men hem bij moest klasseren, zodat men er maar een afzonderlijke familie heeft van gemaakt: het geslacht Paulowniaceae -hoe origineel is dat weer?-, terwijl sommigen hem vroeger bij de Helmkruidfamilie rekenden. Het is GEEN toeval dat Foxglove de plant, en Foxglove de boom dezelfde ordelijke bloeiwijze van tuilen of toortsen, en dezelfde hermetiese, gesloten bloemstruktuur hebben: ze delen niet al-leen dezelfde naam, maar ook dezelfde energie; de Steenbok-energie. Dat noemt men analogie: eenzelfde energiepatroon maakt analoge vormen aan; in dit geval als plant en boom. Laat ons in onze studie onze blik richten naar het land waar hij al eeuwenlang bekend is: China. Daar wordt de boom sedert al-tijd Pao Tong genoemd. Blauw staat in China voor stabiliteit, vertrouwen, loyaliteit, wijsheid en zelfzekerheid. En in de Chine -se mythologie wordt de boom in verband gebracht met de Geld -boom, een heilige boom die geld en welvaart aan de mensen brengt. In buurland Japan, waar de Pao Tong reeds vroeger werd geïmporteerd, werd de boom reeds vanaf de 13e eeuw ge-bruikt als embleem voor belangrijke figuren, en symboliseerde hij het kantoor van de eerste minister (zie figuur). Soms wordt de Paulownia ook wel eens de Keizersboom genoemd, maar is een stap te ver: de eerste minister is tot nader order nog niet de keizer. De gezagsdrager of de (grijze) autoriteit is in het Wes-ten het symbool voor het Steenbok-principe. Men kan deze energie beschrijven als een beheerste en gedisci-plineerde werklust in de gestatige klim opwaarts. De analoge Paulownia-mens is een harde werker die een normaal en wei-nig opvallend leven leidt met de dagelijkse volbrenging van alle werkzaamheden en taken die hij moet vervullen. Hij is degelijk, men kan op hem rekenen en op zijn levenspad is hij betrouw-baar. Maar vraag hem geen ON-verwachte zaken, want daar is hij niet op "berekend" (een plotse vriesbui kan de bloemknop-pen van de Paulownia vernietigen, en een plotse windbui kan zijn bladeren aan flarden trekken). Alles is georganiseerd: één maal per jaar trekt hij zijn tuxedo aan om naar het bal te gaan ( cf de bloei van de boom); dat is de enigste buitennissig-heid die hij zich toelaat. Alles blijft onder kontrole! En misschien ligt de waarde van de Paulownia in de toekomst: hij groeit zo snel dat hij een rol zou kunnen spelen in de strijd tegen de klimaatsopwarming. Hij legt voor zijn groei veel C02 vast en met zijn stevig ontwikkeld wortelstelsel fixeert hij de bo -dem en beschermt hem tegen uitdroging. Hij wordt onder-zocht zoals zovele planten op zijn geneeskrachtige werkzame stoffen, maar mijns inziens moet men daar gezien zijn energie niet teveel van verwachten: hooguit wat preparaten voor de huid en om verslijtings- en verouderingsprocessen tegen te gaan. Voor de rest blijft de Pao Tong wat hij altijd geweest is: een verrijking voor de tuin met zijn eenmalige en lichtjes wel-ruikende bloemen -als de omstandigheden meezitten-, voor hen die dit kunnen appreciëren en niet teveel van hem verlan-gen. Want tenslotte is hij in de eerste plaats maar een dood-gewone boom. |