Pag 2
De Spirituele Tuin
Onze houding tegenover de natuur is vaak erg dubbelzinnig. Aan de ene kant hebben we heimwee naar de ongerepte, wilde natuur, en zoeken we die vaak op tijdens onze vakanties. Maar aan de andere kant willen we het stukje natuur aan ons huis-tuin genaamd- volledig aan onze stempel en onze wensen onderwerpen: gazon “netjes” afgereden, hagen glad geschoren, bomen kort gesnoeid, en alle ongewenste on-kruiden en on-gedierte plat gespoten. De nieuwste trends spreken van tuin-kamers: compartimenten in de tuin, ordelijk afgelijnd door getrimde buxus-hagen en -bollen. De meeste mensen zien hun tuin dus meer als het verlengde van hun huis, dan als het verlengde van de natuur of de omgeving in hun woongebied. Een tendens die wordt versterkt door de aanleg van terrassen, zwembaden, paden met tegels, opritten, een garage of carport, schommels en andere speeltuigen voor de kinderen, allerhande “tuinmeubelen” en tuinornamenten, en de obligate tuinhuisjes om al dat gerief en al de benodigde werktuigen in weg te stoppen. Het resulteert in een tuin die volgestouwd wordt met menselijke toestellen en accessoires, en aan allerhande menselijke aktiviteiten moet voldoen: spelen, eten, liggen, zwemmen, voetballen, de auto parkeren, barbecuen, party-en,.... Daarnaast moet de tuin ook “mooi” wezen, waaronder doorgaans wordt verstaan: netjes , en met planten als “beeldjes”, zoals dat “hoort” en zoals dat in tuinmagazines te bekijken valt. Heel wat mensen beschouwen, zonder er erg in te hebben, de planten die in hun tuin staan dan ook als een “postiche” of een prentje zoals die in hun huis staan. Dat gevoel wordt nog eens versterkt door de vraag naar “arbeidsluwe” tuinen, ttz tuinen die niet veel onderhoud en verzorging vergen. Dat is dus de dingen op hun kop zetten: het gezonde verstand zou moeten dikteren, dat wie een hekel heeft aan werken in een tuin, beter geen tuinbezitter wordt. Of op zijn minst, dat wie een broertje dood heeft aan manuele arbeid en een ode aan de passiviteit wil brengen, een gezonde voorkeur voor een “wilde tuin” toont. Want de enige echte arbeidsarme tuin, is een stuk grond dat men ongestoord tot een bos laat uitgroeien, of door schapen laat afgrazen. Weinigen zijn dan ook in staat hun tuin als een groeiproces te beschouwen .Vooreerst in het tot stand komen van “hun” tuin: planten en bomen die al “ter plekke” zijn, en die zich thuis voelen op die plek. Vervolgens in het kiezen van plantensoorten die aangepast zijn aan de bodemsoort, en in het de planten zélf laten uitzoeken waar ze het liefste staan en groeien. En tenslotte in het laten groeien van de tuin zelf: een volkomen natuurlijk proces in de tijd, waardoor een tuin in de loop der jaren evolueert van een open, uitbundige, jonge tuin, naar een beschutte, serene, oude tuin. Datzelfde groeiproces weerspiegelt zich in één jaar, wanneer de tuin verandert van uitzicht volgens de seizoenen, en er dus andere accenten in het tuinlandschap ontstaan: accenten in vorm en omvang, nuances in geur, tinten en schakeringen in kleur, scala's in groei en bloei. Het leven en de natuur schenken een wederkerende dynamiek van energieën en levensvormen. Een spirituele tuin is niet alleen een plek waar men daar getuige van kan zijn, maar ook een ontmoetingsplaats waar men deze levensdynamieken ervaart ipv tegen te werken, tot staan te brengen of te onderdrukken. Heel wat energie wordt nutteloos verspeeld in de vergeefse poging om een tuin te houden “zoals hij moet blijven”: het accent ligt dan op karweien om een situatie onveranderd te houden, waardoor men in een gevecht met de tijd en de elementen verwikkeld geraakt. Heel wat van deze werkzaamheden zijn bovendien geïnspireerd door normen, prestige of status: het stereotiep beeld van zoals men denkt dat een tuin er hoort uit te zien; hoe de tuin een meerwaarde voor een onroerend goed moet opleveren; de uiting van een bepaalde levensstijl en welvaart. |