Art 11
Zilverschoon (Potentilla)

De geslachtsnaam Potentilla komt van het Latijnse "potens", wat krachtig, machtig betekent. Het geslacht kent vele soorten, die voornamelijk heesters "voor in de tuin" zijn, en kruipers die een beetje gelijken op de aardbei maar dan zonder vruchten. Uitgerekend 3 soorten van deze familie bezitten genees-krachtige eigenschappen -en hebben ze dus die familie-naam bezorgd- : vijf-vingerkruid, tormentil, en de Zilverschoon. In hun werking zijn er gelijkenis-sen en ook verschillen, maar ik heb voor Zilverschoon gekozen, omdat die al-gemener voorkomt en toch " net dat ietsje meer heeft".

Zijn Nederlandse naam dankt het aan de witviltige of zilveren onderkant van zijn bladeren. Men kan het daaraan gemakkelijk herkennen, alsook aan het feit dat die bladeren mooi (oneven) geveerd zijn en een al even mooie gezaag-de bladrand hebben. De 5-tallige bloemen zijn mooi geel als "boterbloemen" maar zijn niet altijd op te merken, omdat de bloei ietwat ritmies-onregelma-tig uitgespreid is van mei tot de herfst, en omdat de bloemen "zonnekloppers" zijn. Dit houdt niet alleen in dat de bloemen zich sluiten bij avond en bij slecht weer, maar ook dat de plant in meer schaduwrijke plaatsen weinig bloemen zal maken. Dit hoeft ook niet per se, omdat Zilverschoon zich op een andere manier dan met zaden kan vermeerderen: vegetatief, met uitlopers. Hij vormt als het ware heuse "tapijtjes" of "veldjes", bij voorkeur langs de wegkant, op de scheiding tussen weg en berm, en op plaatsen waar andere planten zich moeilijker kunnen handhaven.
Zilverschoon is goed bestand tegen betreding, en bezit een goed aanpassings-vermogen: het komt overal voor, van de vochtige sloot- en grachtkanten, tot in de droge duinvalleien. En als het tussen hogere gewassen staat, kan het mee omhoog opschieten, terwijl het tegelijk met zijn uitlopers op zoek gaat naar plaatsen met meer ruimte. De soortnaam anserina dankt het aan ganzen die ervan houden, maar ook andere dieren als konijnen, runderen en varkens zijn erop gesteld.

Het medicinaal gebruik van Zilverschoon laat zich (alweer) door analogie af-leiden: het plantje groeit op overgangszones tussen betreden-onbetreden, vochtig-meer of minder vochtig, ruigte-meer begroeid, hoge beplanting- lage beplanting, ....Zilverschoon wordt dus als geneeskruid gebruikt bij overgan-gen, en in de eerste plaats bij problemen daarmee of verstoringen daarvan. Zoals bij moeilijk slapen door rusteloosheid: bij de overgang van dag naar nacht als thee voor het slapen gaan. De chaos in de manier waarop de plant met uitlopers in ALLE richtingen uitdeint, weerspiegelt zich in het gebruik bij "chaos" of verstoring van het ritme. Zoals bij onregelmatige menstruatie; zoals bij verstoring van het ademritme (hyperventilatie, kinkhoest); zoals bij (lichte) hart-ritmestoringen (hartkloppingen); bij de verstoring van de suiker-huishouding (suikerziekte); zelfs bij absenties in de bewustzijnsstroom (epi-lepsie, pseudo-epilepsie). De onrust loopt zo hoog op, dat er een kortsluiting kan optreden zoals bij epilepsie. In minder erge mate is er eerder sprake van een kramp: kramp in de baarmoeder, kramp in de darmen, kramp in de nie-ren, kramp in de maag. Het kan tenslotte ook zijn diensten bewijzen bij die overgang in levensfase bij de vrouw, naar de menopauze.

ASTROLOGIES vallen onrust-chaos-krampen-ritme-hoogspanning-plotseling onder het Teken Waterman of de Planeetkracht Uranus.

Daarom past Zilverschoon als ANALOOG KRUID bij het mensen-type dat "met zijn hoofd in de wolken leeft". Door onvoldoende rekening te houden met de noden en wetmatigheden van de alledaagse, konkrete realiteit, verzeilt hij in allerlei chaotiese en onverwachte situaties. Door onvoldoende regelmaat en routine, komt hij geregeld in tijdsnood, of holt hij achter de fei-ten aan. Hij komt te laat, of is te vroeg in een plotse vlaag van haast. Altijd is er wel iets enerverends dat hem overkomt; onverwachte situaties behoren niet tot de uitzonderingen. In zijn hoofd probeert hij dit dan allemaal te vol-gen en te duiden. Zilverschoon kan helpen om wat meer rust en orde daarin, alook in zijn denken te brengen.

Als KOMPLEMENTAIR KRUID past het bij het mensentype dat zijn leven stipt en precies heeft geregeld volgens zijn agenda, zijn dagelijk-se routine, en de klok. Alles is van tevoren uitgestippeld en uitgetekend; ver-rassingen zijn uit de boze, en onverwachte gebeurtenissen komen aan als bom-aanslagen. Deze "autist" wil de absolute kontrole behouden en wenst dat alles zou verlopen volgens de vooropgestelde scenario's. Verkrampt als hij vastzit in zijn keurslijfvijfvingerkruid, zal hij de heilzame werking van de Zilverschoon-energie kunnen gebruiken, om wat vrijer te beginnen denken en handelen.

Hier botsen we op de tweede energie die in Zilverschoon huist: een AARDE -energie. Daarop berust ook de samentrekkende eigenschappen, en de toe-passing van Zilverschoon bij kiespijn en loszittende tanden. Al gebiedt de eerlijkheid mij erbij te vermelden dat zijn broertje Tormentil (wortel) hierin sterker scoort op beide terreinen omdat hij Saturnaler is.