De Cipressen
Dit artikel gaat over de Cipressen, omdat onder deze "noemer" een aantal verschillende Naaldboom-soorten worden verza-meld. Met vooraan de Mediterane (Italiaanse) cipres (Cupressus), die van warmte en (relatieve) droogte houdt. De Watercipres(Taxodium) en de Moerascipres ( Metasequo-ia), houden zoals hun namen doen vermoeden van water. De laatste ook nog eens van warmte, zodat hij voorkomt in Zuide-lijker gebieden waar hij in het najaar eerst voor een rode kleu-renpracht door de herfstverkleuring van zijn naalden zorgt, en nadien naakt is (vandaar zijn bijnaam bold cypress) door ze af te werpen. Het geslacht Chamaecyparis is dan weer bekend bij ons als haagplanten, maar die kunnen, zoals blijkt wanneer men hen laat uitgroeien, forse bomen worden zoals in hun ge-bied van herkomst. Dit laatste dragen ze mee in hun naam: Californiese cipres en de Oregoncipres. De Himalayacipres en de Monterey cipres, zijn dan weer Cupressussen van resp Ame-rikaanse en Aziatiese bodem. Als je ondertussen de draad bent kwijt gespeeld in dit lappedeken van cipres-soorten, geen nood: fysiologies gelijken ze nogal op elkaar. Het zijn allemaal zoge-naamde "schubconiferen" die bvb alleen van de thuja's kunnen onderscheiden worden door hun andere soort vruchten. Bij thuja's zijn de vruchten kegeltjes die naar boven opengaan, terwijl bij cipressen de vruchten bolvormige tot ovale "doosjes" zijn, die met verschillende "klepjes" of "schildjes" opengaan. Zo'n beetje als Chinese puzzels (zie foto hieronder links). En om tenslotte de verwarring kompleet te maken: soms wor-den ceders ook eens "cipressen" genoemd. Dat zijn inderdaad ook naaldbomen, maar zowel de Atlas-, de Himalaya- als de Li-banonceder zijn zo kenschetsend anders, dat ze duidelijk tot een andere ondersoort behoren. Dit is dus foutief. De rijkdom aan soorten en variëteien, de gemakkelijkheid om de cipres in een bepaalde vorm te snoeien (zijn gebruik als haagplant), wijzen astrologies op een sterke invloed van de Maan- of de Kreeft-energie. Aanpassing staat immers hoog in het vaandel bij deze energie: de levensomstandigheden zijn aan een voortdurende stroom (water!) van veranderingen onder-worpen. En als levend wezen, of men nu boom of mens is, valt het niet mee om zich daarin te kunnen handhaven. Omdat hij toont hoe dat kan, symboliseert de cipres door zijn altijd groene verschijning en de hoge leeftijd van 500 jaar die hij kan bereiken, "het leven en de eeuwigheid". Hij is daarom vaak op mediterrane kerkhoven te vinden. Het woord semper-virens in de Latijnse naam van de plant betekent eeuwig levend en verwijst daarmee naar het altijd groen blijvende blad van de boom ; we kunnen daar echter ook een verwijzing in zien naar het leven na de dood. Zowel bij de Grieken als bij de Romeinen was deze boom dan ook gewijd aan de goden van de onderwe-reld en het hiernamaals. Al duizenden jaren lang worden er op kerkhoven cipressen geplant, misschien om ons te herinneren aan de eeuwige stroom van het het leven. Het uiterst duurzame cipreshout was voor de oude Grieken en Romeinen, die er huizen, deuren en meubels van maakten, een ander symbool van deze "eeuwigdurendheid". De Phoeniciėrs en Kretenzers gebruikten het hout later ook om er schepen mee te bouwen. De Egyptenaren maakten er dan weer sarcofagen van. En bij de Tibettanen wordt cipreshout voor zuiverende wierook gebruikt. Geneeskrachtig wordt cipres vooral gebruikt omwille van zijn versterkende en regulerende werking op de veneuze bloedsomloop. Wordt vooral gebruikt onder de vorm van etherische olie, cypresolie, en werkt vaatvernauwend en sa-mentrekkend . Vandaar zijn toepassing in zalven en lotions voor alle symptomen van veneuze congestie en moeilijkheden: zware benen, spataderen, aambeien, zwaartegevoel in het bek-ken (premenstrueel syndroom), en pijnlijke of te hevige men-struaties. De venueze bloedsomloop is de yinne of "vrouwelijke" kom-ponent van de bloedsomloop: reinigen, afvalstoffen afvoeren, helen, in balans brengen, tot rust brengen. Bij de arteriële bloedsomloop gaat het om het presteren, zuurstof brengen voor aktie of verbranding, energie: dat is de "mannelijke" of yange komponent. Zijn, of beter haar medicinaal gebruik, toont dus aan dat de cipres een vrouwelijk karakter draagt. Vandaar ook dezelfde toepassingen van cypresolie voor proble-men met de waterhuishouding: ook daar werkt ze samen-trekkend. Wordt gebruikt bij vochtophopingen of oedeem, bij teveel zweten (voetbaden bij zweetvoeten), bij bedplassen; en draineert ook het lymfesysteem. Als ze ook gebruikt wordt bij teveel huilen, nog een aspekt van dat "water-wezen", verlaat men het vlak van de loutere lichamelijkheid om in dat van de emotionaliteit binnen te gaan. En in de werkelijkheid staan al deze vlakken dan ook met elkaar in verbinding; vandaar dat de werking van een kruid nooit louter "symptomaties" of licha-melijk is. Psychies brengt cipres dus troostende of kalme-rende vrouwelijkheid wanneer daar nood aan is: bij groot ver-driet (breuken, rouw), bij depressie, bij de overgangsjaren. Cipres werkt kalmerend en ontkrampend in tijden van moeilij-ke of pijnlijke verandering, en brengt emotionele rust in perio-des van verwarring. |