Gouden Regen (Laburnum)
Het verhaal van de Gouden Regen is behoorlijk rechtuit: hij is een lid van de Vlinderbloem-familie (Leguminosa) die zijn naam dankt aan de gele, hangende bloemtrossen die in de len-te verschijnen. Hij is nauw verwant aan de Blauwe Regen of Wisteria, die witte of blauwe bloemtrossen vormt en een houte-rige slingerplant is. De Gouden Regen is wel degelijk een boom die tot een maximale hoogte van 10 meter kan uitgroeien en af-komstig is van bossen en struwelen van Midden- en Zuid-Euro-pa (tot 2000m). Vandaar dat hij niet van natte voeten houdt; er ontstaan zelfs holten in het hout wanneer er te lang regenwater blijft in staan. Zijn wetenschappelijke naam Laburnum verwijst daarnaar: het is een anagram van het Latijnse "alburnum" wat "rotting" betekent. Dat betekent daarvoor nog niet dat de Gouden Regen een doet-je zou zijn. Integendeel: zijn hout is erg hard, zwaar, duurzaam en donker van kleur (gepolijst lijkt het op ebbenhout). En se-dert de oudste tijden weet men dat de peulen en zaden van de Gouden Regen erg giftig zijn. Door "accidenten" met spelende kinderen en losgelaten honden die in een niet zo'n ver verleden gebeurd zijn, plant men deze boom thans liever NIET meer aan in parken en tuinen. In de kleine stadstuin van het ouderlijk huis stond er alvast een exemplaar, waarbij ons op het hart werd gedrukt de peulen zelfs nooit maar aan te raken. Maar na een tijd begon de boom weg te kwijnen omdat hij teveel in de schaduw stond en de bodem van de tuin vol steengruis te slecht gedraineerd was. De boom was niet geliefd, en leed onder deze miskenning, terwijl men zijn zus de Wisteria tot in de stad toe algemeen tegen gevels laat klimmen. Het heeft tot gevolg dat de boom een kwalijke reputatie heeft, maar dit is ten onrechte: er zijn heel wat planten en bomen "giftig", en dat te leren kennen behoort tot de natuuredukatie. Zo zijn de zaden van de Blauwe Regen OOK giftig. En boven-dien: de zaden zijn braakverwekkend, zodat wanneer een kind niet zou kunnen weerstaan er toch een paar in zijn mond te stoppen, dit eerder zal eindigen met kots op het tapijt dan met spoedopname voor vergiftiging. Geiten en schapen die nage-noeg alles vreten, kunnen ertegen, maar paarden dan weer niet, en ook kleine vogels lopen door hun gering lichaamsgewicht ge-vaar. Medicinaal was en is Gouden Regen nog steeds geen hoog -vlieger: de zaden werken purgerend en laxerend, en werden gebruikt bij acute verstopping. Ze stimuleren de gal en aktive-ren op extreme wijze het spijsverteringsstelsel. Kijkt men naar de vergiftigingsverschijnselen die irritatie van maag en darmen met hevig kotsen en diarre inhouden, dan kan men daarin het Maagd-karakter van de plant herkennen: het spijsverterings-stelsel in de buikzone is de overeenkomstige Maagd-zone. De Homeopathie die het principe van gelijksoortigheid huldigt (similia similibus curentur), zal uit die vergiftigingsverschijnse-len ook de ziekteverschijnselen kunnen afleiden die door een homeopatiese verdunning kunnen gekureerd worden. Labur-num wordt voorgeschreven bij algemene onverschilligheid en apathie, die gepaard gaat met grote duizeligheid en slapeloos-heid, en eventueel een voortdurend kotsen en pijn in de buik. Men kan hierin de symptomen van depressie in herkennen, wetende dat Maagd-mensen vaak in neerslachtige (!) buien kunnen belanden vanuit hun drang naar perfektie. De boom heeft verder een gladde schors, die lang groen blijft vooralleer groenachtig bruin te worden. Ook de bladeren blij-ven tot diep in de herfst groen, alvorens te verdorren en af te vallen. Naar analogie is één van de aanwijzingen van het homeo -paties Laburnum-type, een grasgroene urine. Richten we nu terug onze aandacht op waar het in de eerste plaats om gaat: de bloementrossen. De bloemen geuren lekker en zoet, en smaken ook zoet. Vroeger was de geitekaas van het Griekse eiland Kithnos vermaard om zijn geur en verfijnde smaak, die te danken was aan het algemene voorkomen van Gouden Regen op het eiland. Aan de ene kant is er dus die aan-gename schoonheid van de bloesem; maar aan de andere kant is er ook dat ONaangenaam giftig karakter van de plant: men mag/kan niet dichterbij komen. De analogie met een beeldmooie vrouw, maar qua karakter on-prettig in de omgang is, onbenaderbaar en ongenaakbaar is, en daarom vrijgezel blijft, ligt voor de hand. Maagd is het teken van de platoniese liefde: men twijfelt om zich te verbinden omdat men zich afvraagt of hij/zij wel "de ware" is. Men durft de sprong van de verbintenis niet aangaan, omdat men absolute zekerheid wil hebben. Men is erg kieskeurig: er schort wel al-tijd iets aan elke kandidaat. De Gouden Regen staat in de Bloe-mensymboliek dan ook voor de peinzende schoonheid en daarna de verlaten schoonheid: voor iemand die in de bloei en pracht van zijn leven tubt en tubt, en kostbare tijd en kansen laat voorbijgaan door te talmen. Om dan wanneer hij/zij ouder is geworden en de schoonheid is vergaan, zwaarmoedig terug te denken aan de verkeken kansen, en ietwat "bitter"-giftig (want met jaloezie en afgunst) neer te kijken op de schoonheid van de jeugd. De Gouden Regen waarschuwt ons dus als Aarde-boom om goed gebruik te maken van de tijd en de kansen die we krij-gen: de tijd gaat snel, gebruik haar wel. En ook : de tijd kent geen genade; de tijd gaat veel sneller voorbij dan men denkt. Dit besef moet hem niet bitter stemmen, maar er zijn aandacht op richten om bovenal geen tijd nutteloos te verspelen. Het is een kostbaar geschenk dat we moeten eren. |