Art 20
Kattedoorn - Stalkruid

Kattedoorn kan onder twee vormen voorkomen: als een struik van om en bij de 1 meter; en als een kruipertje, waarbij hij dan kruipend Stalkruid wordt genoemd. De eerste heeft scherpe doornen, de tweede nagenoeg geen. In de Latijnse naam Ononis, kan men het Griekse "onos"=ezel terugvinden. In Mediterane zones waar de struik deel uitmaakt van het kreupelhout kan het gebeuren dat ezels aan deze plant knabbelen. Maar omdat men heeft vastge-steld dat Kattedoorn giftig is voor paarden en tot dodelijke verlammingen kan leiden, is de verlaring dat de plant naar ezelsmest ruikt plausibeler. In ieder geval ruikt de plant nogal ONaangenaam. En wanneer de takdoorns in het hooi terecht komt, kunnen zij slijmbeschadigingen bij het vee veroorzaken.

Dus Kattedoorn is geen katje om zonder handschoenen vast te pakken! Zijn kwalijke reputatie gaat verder, wanr door zijn tamelijk dikke en diepgaande wortels én natuurlijk die vele doornen, is de Kattedoorn voor de boer een las-tig te verwijderen "onkruid". Vroeger, toen ossen voor de ploeg werden ge-spannen, ondervonden die veel hinder van het diepe wotertelstelsel van de plant; vandaar de bijnaam Ossenbreker. Om al deze redenen, kreeg de plant in de bloemensymboliek de omschrijving van hindernis.

Als we daarbij het feit bijnemen dat de beroemde Griekse kruidenkundige Dioscorides reeds in de eerste eeuw na Christus wees op de urinedrijvende eigenschappen van de wortel bij problemen met de nieren en de waterhuis-houding, dan kunnen we beseffen dat we middenin een Schorpioen-verhaal zitten. De naam waaronder de Kattedoorn in de Codex Medicamentorum Nederlandicus voorkomt is prangwortel: de wortel heeft een ONaangename geur en een nog minder aantrekkelijke smaak.

Afstoting is een belangrijk principe in het zelfsbeschermingsmechanisme van Schorpioen. ASTROLOGIES kunnen we dit mechanisme zowel herkennen in het uiterlijk voorkomen van de plant, als in zijn geneeskrachtige werking. Schorpioen is -en dat is iets wat men nogal eens gemakkelijk vergeet - een Water-Teken. Kattedoorn werkt urinedrijvend, en zet onvoldoende of zwak funktionerende nieren dus tot grotere aktiviteit aan. In dit gebruik staat zijn reputatie al eeuwen vast, en komt hij voor in elke kruidenmengeling voor nier-en blaas, en tegen reuma en jicht.De thee kan ook uitwendig, bij slecht genezende wonden, jeukend en etterend eczeem en waterige huiduitslag goe-de diensten bewijzen.

De urineafscheiding kan met 1 liter per daf toenemen. Maar dit effekt ver-dwijnt wel na een dag of 3. Men kan het kruid dus niet te lang na elkaar ge-bruiken, en moet onderbrekingen invoegen. Maar het is dus wel dienstig bij bij alle water-ophopingen, -stuwingen en oedemen, die soms samengaan met andere symptomen zoals verslijmingen van de luchtwegen of de darm (nood-maatregelen om de afvalstoffen te elemineren), of bij het neerslaan van uri-nezuur in gewrichten (reuma, arthritis).

Als ANALOOG KRUID past het bij het Schorpioen-type dat van nature emotioneel nogal gesloten is, en zijn gevoelens teveel "bij zich houdt" ipv die te uiten aan de betrokkenen. Want hij/zij weet van zichzelf, dat men kwetsbaar is, als men "met zijn gevoelens te koop loopt". Dit type laat niet vlug en graag "iets van zichzelf zien", zowel wat betreft de gevoelens, als wat betreft het lichaam. Het is geneigd met een "gilletje" snel weg te vluchten wanneer een nochtans bekende persoon binnenkomt, wanneer het niet vol-ledig gekleed is. Waterzuchtige dikte en verstoppingen komen bij dit type frekwent voor. De preutsheid komt door de inbreng van het Aarde-teken Maagd.

Als COMPLEMENTAIR KRUID te gebruiken voor het mensen-type met een tekort aan gevoeligheid. Mensen die denken dat ze alles mooi voor elkaar hebben omdat ze leven in welstand en er materieëel warmpjes bij-zitten. Materialisten, die denken dat in de wereld alles te koop is, en menen dat hun bankrekening een maatstaf is voor geluk. Terwijl ze zichzelf jarenlang blind gemaakt hebben voor de emotionele werkelijkheid en waarde der din-gen, zijn in hun lichaam al die verdrongen gevoelens neergeslagen als gekris-talliseerde stenen in blaas en nieren.