Art 15
Pimpernel (Sanguisorba)

Pimpernel: de naam klinkt gezellig ouderwets en lijkt wel rechtstreeks uit een sprookjesboek of uit grootmoeders kruidenboek te komen. Maar deze plant behoort niet tot de populairste keukenkruiden, en is wat in onbruik geraakt. Nochtans kunnen de jonge bladeren van Pimpernel in de keuken worden ge-bruikt als kruiderij, en zelfs als groente. Als specerij is zijn smaak zowat een mengsel van peper en zout samen, met een vleugje komkommer als bijsmaak en een nootachtige nasmaak. In realiteit proeft het wel wat fletser dan het klinkt, maar dat heeft men bij alle restaurant-beschrijvingen. Rauw kunnen de fijngehakte blaadjes als groente toegevoegd worden aan salades, kruiden-mayonaises en sauzen. Pimpernel kan ook gebruikt worden in soepen, en vormt soms een onderdeel van de kruidenmengeling bij het gerecht "paling in 't groen". Tot daar deze culinaire uitwijding.

Als geneeskruid is ook zijn faam tesamen met zijn naam wat getaand. Ook in de kruidengeneeskunde zijn er modetendenzen: sommige kruiden krijgen in een bepaalde periode soms plots het etiket van mirakel-kruid en worden de hemel ingeprezen, om na een tijd terug in de vergetelheid te verdwijnen. De geschiedenis van de reputatie van een geneeskruid gaat met ups en downs. In het geval van Pimpernel loopt dit zelfs samen met verschillende namen die men de plant heeft gegeven. In "Oude Tiyden" heette het Pimpinella, als toe-speling op de rol van de plant als specerij (piper=peper). Linnaeus -de grote nomenclatuur-wetenschapper- ontnam de plant deze naam, gaf hem aan de bevernel, terwijl hij aan de plant de nieuwe naam van Poterium -klein sor-benkruid- gaf. De grote man moet dat in een verstrooid moment gedaan heb ben, want grote broer , het groot sorbenkruid, had hij reeds ondergebracht onder Sanguisorba officinalis. Noteer hier het "officinalis"= een officiëel erkend geneeskruid. Een aftreksel van pimpernel gold in de vermaledijde 14-e eeuw die geteisterd werd door de pest, als één van de beste bestrijdingsmid-delen tegen deze vreselijke kwaal.

Het verhaal kent een goed einde, want nadien werden Kleine en Grote Pim-pernel terug broederlijk verenigd in één familie: Sanguisorba; onder-familie van de Roos-achtigen. Het is de Latijnse benaming voor: sanguis=bloed + sorbere=opzuigen. Vroeger werd het kruid veel als bloedstelpend middel gebruikt.
Voor de rest is de Pimpernel een geneeskruid met een breed spectrum: Hij is urinedrijvend en werd door Kneipp aanbevolen bij alle kwalen van blaas en nieren. Hij drijft vocht en slijm af, en werkt in het bijzonder stimulerend op het vrouwelijk klierstelsel, onder meer menstruatie bevorderend en zogvor-mend. Men kan de thee gebruiken bij keelontsteking, -verslijming en -hees-heid. Ook op de spijsvertering werkt hij stimulerend: sterkt maag en darm, verdrijft darmgassen en darmuitzetting, gaat buikloop tegen, en werkt zuive-rend op gal en lever. In de homeopathie maakt men er een tinctuur van tegen oorsuizen en hoofdpijn. Kunt u nog volgen, of krijgt u koppijn?

Laat mij toe enige duidelijkheid te brengen in dit verwarde verhaal: de Pim-pernel-energie kan samengevat worden als: brengt terug beweging en terug swung in de dingen. ASTROLOGIES is hij dan ook een typiese Lucht -vertegenwoordiger; meer bepaald Tweelingen. Zijn bloemen bezitten geur noch honing: ze zitten op kleine "knotsjes" te wachten tot de wind hen gaat bestuiven. Het is dan ook een ranke plant met fijne stengels en mooi geveerde bladeren die in de wind ritselen.

Bijgevolg past het als ANALOOG KRUID bij het verstrooide menstype: het nieuwsgierige type, dat zich altijd laat afleiden in zijn aan-dacht door wat er in zijn omgeving gebeurt. Zijn antennes staan er ook op gericht om ALLES uit die omgeving op te vangen: er ontgaat hem niets van wat er gezegd wordt, wat er gedaan wordt, wat er plaats vindt. Hij weet ook alles van iedereen, van de laatste nieuwtjes, tot de roddels en de intriges. Het is alsof hij alles neerschrijft in een klein schriftje en thuis alles bijhoudt in uitgebreide chronieken. Zijn kwaaltjes gaan dan ook evenveel kanten op, als zijn interesses. Stop daar nu even mee, of je kop begint te tollen, en je oren beginnen te suizen!

ALS COMPLEMENTAIR KRUID is Pimpernel te gebruiken door het mensentype dat juist problemen heeft om zijn aandacht op iets te leggen. Ze lijken wel apaties, als een soort zombies door het leven te gaan. Ze merken NIETS op, ook niet als het vlak voor hun neus gebeurt. Ze moeten voortdurend op van alles gewezen worden, of ze blijven passief als een zakje patatten op hun plaats geposteerd. Soms zou men hen een schop in hun broek willen geven om hen in beweging te brengen. Ze lijken in niets geïnteresseerd, en op niets te reageren. Een beetje pit van pimpernel is nodig om deze slaap-wandelaars wakker te maken.