Magnolia (kobus, stellata, grandiflora)

Misschien verwacht je dat de naam magnolia afgeleid is van een Latijns woord dat betrekking heeft op de veelheid van grote en mooie bloemen dat deze boom maakt, maar dan heb je het mis. Ten eerste is de Magnolia nog geen 300 jaar in het Westen bekend, want hij is inheems in Noord-Amerika en Azië. Ten tweede werd die naam hem gegeven toen een soort "ontdekt" werd door een Franse botanicus tijdens zijn plantenexpeditie, en wel naar zijn vriend, de Franse botanicus Magnol. Het is dan ook in Parijs dat de eerste Magnolia's van Europa in 1755 plechtig werden geïntroduceerd.

Wij kennen de Magnolia vooral van de nakomelingen en de ge-kweekte hybriden ervan met bloemkleuren die gaan van wit tot roze, maar in feite is de Magnolia-familie een uitgebreide boom -familie met 12 geslachten ( kobus, stellata, grandiflora, fargesi, liliflora,.... ) en niet minder dan 300 soorten. De naam bever-boom berust op het misverstand dat dit de voorkeursboom van bevers zou zijn; men kan gissen vanwaar dit fabeltje komt, ware het niet vanuit de drang om deze boom ook een Nederlandse naam te geven. De benaming tulpenboom is begrijpelijker vanwege de gelijkenis van de bloemen met die van tulpen, maar een andere boom had al aanspraak gemaakt op die naam: de liriodendron; een neefje van de magnolia, die er dus sterk mee verwant is. Met deze verschillen, dat deze "echte" tulpenboom gele bloemen heeft,en kan uitgroeien tot 25 meter, waardoor hij in Noord-Amerika een belangrijke houtleverancier is.

De Magnolia's blijven daarentegen kleine boompjes van eerder bescheiden omvang, waarvan de waarde in het Westen vooral als park- en tuinboom ligt. De focus ligt daarbij vooral op de spectaculaire en overvloedige bloei in het voorjaar.

Het feit dat die bloei vorst- en windgevoelig is, maakt hem nog-al efemeer, waardoor men er in het Westen een aantal verkeer-de visies over de Magnolia op na houdt. Men beschouwt de Mag -nolia als een vrouwelijke, broze en kwetsbare boom, waarvan het bloemenextract een kalmerend en rustgevend effect heeft, en verwerkt wordt in verzorgingscrèmes voor de huid. Men as-sociëert de delicate witte/roze bloemen met hun zoete, frisse geur in de bloemensymboliek met reinheid en trouw.

Daarom verdient het aanbeveling eerder te kijken naar wat het Oosten over de Magnolia te vertellen heeft. Tenslotte heeft de boom met name in China waar hij van nature voorkomt, een veel langere geschiedenis: men plant daar reeds 2000 jaar mag-noliabomen in Buddhistiese tempels en kent zijn genees-krachtige werking als Hou Po. De schors van de Magnolia officinalis (!) wordt ook als "Cortex Magnolia" gebruikt bij anorexia, misselijkheid, braken, diarree, flatulentie, en dyspep-sie. De soort wordt al genoemd in de Cheng Lei Pen Tsao uit 1083, een boek over planten met medicinale toepassingen.

In feite is de Magnolia een survivor uit oeroude tijden: hij dateert van de Krijt-periode van 75 miljoen jaar geleden toen dinosauriërs op Aarde de plak zwaaiden. Niet alleen was de Magnolia een toen wijdverspreide soort in onze Europese kon-treien, maar was ook evolutionair een pionier: de eerste boom -soort die bloemen maakte. Thans is deze boom een "dino-sauriër" onder de bomen want in zekere zin een reliqui uit die prehistorie: de primitieve bloemen bestaan uit ongedifferen-tiëerde bloembladeren (geen differentiatie in kelk-en kroonbla-deren), die samen met meeldraden en vruchtbeginsels spiraal-vormig op een kegelvormige bloemas staan. De bestuiving ge-beurt door kevers. De vrucht bestaat uit een kegel waarin de zaden groeien en rijpen.

De Magnolia is kortom een oeroude boom waarin een primitie-ve oerkracht huist. Een beetje als stamcellen die ongediffe-rentiëerd zijn en regenatie kunnen in gang zetten. In de Chine -se kruidengeneeskunde wordt de werking van Hou Po dan ook omschreven als: versterkt de Chi (=levenskracht), bevordert de beweging van Chi, lost blokkades op en richt Chi terug naar be-neden (=levenspool). Magnolia heeft dus een mannelijke en yange energie. Vandaar zijn antibacteriële, antivirale, anti-ont -steking, anti-oxydant, stimulerende en tonifiërende werking.

In het Westen leven de mensen teveel vanuit het hoofd: er gaat teveel energie naar "boven", zodat er "vanonder" heel wat pro-blemen ontstaan door onvoldoende funktioneren van de lucht-wegen en de spijsvertering. Wanneer de levenspool (of de 3 onderste chakra's) te weinig aandacht en energie krijgen, dan zit men slecht in zijn lichaam, met allerlei storingen in de im-muniteit (allergiëen, eczema) en de ademhaling (astma, ver-slijming), verteringsproblemen, nervositeit, slapeloosheid, angsten en stress tot gevolg.

Men heeft 2 belangrijke stoffen kunnen extraheren, zijnde magnol en honokiol, maar er zijn in totaal 250 werkzame stof-fen in de Magnolia aktief. Men kan van de bloemen een iets zachtere remedie maken door thee van verse of gedroogde bloemen te maken. In China wordt dit van oudsher gebruikt bij verkoudheid, hoofdpijn, sinisitus, rhinitis, hooikoorts en kies-pijn. In de klassieke homeopathie wordt magnolia grandiflora toegediend bij ademhalingsproblemen en hartspanningen die ontstaan door stuwing van een opgeblazen maag en samengaan met reumatiese pijnen in de schouders en kriebels in de voeten.

Samengevat kan men de Magnolia typeren als een erg sterke en martiale boom, die de gebundelde Vuur-energie van de eer-ste Lente (=Ram) in zich draagt, en tot heropleving kan opwek-ken. Het stuurt en verlevendigt de levenspool, door moedig door al zijn kopzorgen en lichaamsongemakken te gaan, en van -uit zijn eigen "motor" of vanuit de buik te (re)ageren.