Sequoia-Mamoetboom
(Sequoia sempervirens)

De kustmammoetboom of kustsequoia (Sequoia sempervirens) komt van nature slechts enkel voor langs de kust in Californië. De hoogste boom ter wereld is een exemplaar van deze soort (115 m). Zowel Sequoia sempervirens als Sequoiadendron gi-ganteum hebben een opvallende rode schors, vandaar de naam redwoods. Een mogelijke verklaring voor de naam Sequoia (en zeker heel populair) is dat ze gebaseerd is op die van de half-bloed Cherokee Sequoyah, die een schrift ontwikkelde voor zijn volk.
Voor de ijstijden kwam de boom in de vochtige gematigde ge-bieden over het hele noordelijke halfrond voor. De bruinkool van Europa bestaat voor een groot deel uit Sequoia-stammen. De boom heeft een hekel aan vorst en heeft een hoge relatieve luchtvochtigheid nodig om goed te groeien. De soort komt nu alleen nog van nature voor in het westen van Noord-Amerika in een strook langs de kust van San Francisco, Californie tot het zuiden van Oregon waar ideale omstandigheden voor de boom zijn door de dagelijkse mist die van de oceaan het land in drijft. In Europa wordt de boom in parken en tuinen aangeplant om de sierwaarde, maar de winterhardheid van jonge exemplaren laat te wensen over. Aan de vochtige westkust van Europa groeit de boom echter goed: in Ierland, Groot-Brittannië en West-Frank-rijk is de groeisnelheid meestal net zo groot als in Californië, al wordt tot nu toe slechts een hoogte gehaald van 40 meter.
In dit "ik wil de grootste zijn" of "ik wil de hoogste worden" zit nauwelijks onverholen de Boogschutter- energie. Dezelfde drang vindt men bij de mens wanneer die hoge wolkenkrabbers wil bouwen, wanneer hij op trektocht gaat naar verre kontinen-ten, of de immense ruimte wil verkennen. De leuze "Citius, Altius, Fortius" is een typiese Boogschutter- uitspraak.

Wanneer men zich niet vergaapt aan die immense stam, dan kan men opmerken dat de rest van deze boom stukken minder spektakulair is. De naalden van de sequoia lijken nog het best op die van de taxus door hun vorm en donkergroene kleur. Ze hangen een beetje nonchalant naar beneden in de zuilvormige kroon van de boom. Aan de hoofdtakken zijn de bladeren klei-ner en priemvormig. De grootte van de bladeren neemt nabij de top van de boom af; experimenten hebben aangetoond dat dit komt omdat de druk van het water in de transportkanaaltjes in de boom afneemt met de hoogte: kustmammoetbomen benade-ren de theoretisch maximaal haalbare hoogte voor een plant die geen actief transportmechanisme voor water heeft tegen de zwaartekracht in. Met de sequoia heeft het plantenrijk met an-dere woorden zijn maximum bereikt: groter is niet mogelijk. Ook dat is een typies Boogschutter-kenmerk: het maximum uit iets puren; voor "de top" gaan. Maximale winst uit de omstan-digheden halen. Indruk maken met grootse projekten. Alles uit de kast halen, om zijn doel te halen. The sky is the limit!
Maar winst én verlies gaan steeds samen: wat de sequoia wint aan voorkomen en indrukwekkendheid, verliest hij aan de rest. Zijn kegels stellen weinig of niets voor, en zijn, naar verhouding, zelfs ronduit minuskuul te noemen. Geen bijzondere eigen-schappen, geen speciale kenmerken, geen uitgesproken geuren of kleuren: alle energie gaat naar de fenomenale groei. Daar-om doet de sequoia een beetje denken aan die chique bruiloften waar met geld gesmeten wordt, aan die overdreven vuurwer-ken op oudejaarsavond, of aan die mega-spektakels met prot-serige decors en honderden figuranten. Imponerend, dat wel, maar als een komeet: even snel weer "voorbij". Men moet het eenmaal in zijn leven gezien hebben, maar bijna onmiddellijk vraagt men zich daarbij af: en, was het dat nu?

De sequoia levert zacht, maar duurzaam hout met bleekgeel spinthout en roodbruin kernhout. Het wordt gebruikt voor tuin-meubels, schuttingen en dergelijke. Vroeger werd het hout veel gebruikt om er spoorbielzen van te maken en broeikassen, we-gens de praktische onaantastbaarheid voor vocht. In het verle-den is door de grote vraag naar redwoodhout naar schatting 95% van het oorspronkelijke areaal gekapt. Het merendeel van de nog overlevende exemplaren bevinden zich in het Redwood National Park. Dat is wel een typies "trekje" van de USA: zowel het "overschot" van de autochtone bevolking, de zgn "Roodhui-den", als van de autochtone bomen, de Redwoods, brengen ze onder in reservaten. Dat is dan de schaduwzijde van die Boogschutter: alles moet wijken voor "het doel " of voor het winstpricipe. Een zekere dosis fanatisme en amoraliteit: het doel heiligt de middelen, en het geld heiligt de motivatie. "Business is business", en jammer maar helaas voor de anderen wanneer die daar dan schade van ondervinden. Dat is dan "een noodzakelijk offer" voor "de goede zaak". Het kapitalisme met zijn amorele winsthonger, draagt alle kenmerken van die negatieve Boogschutter-energie: maximale produktie en afzet; de konsumptiehonger aanzwengelen met reklame; hebzucht en koopzucht stimuleren; een keiharde konkurrentie voeren. Vaak wordt om dat te verrechtvaardigen, verwezen naar de stuggle-for-live in de natuur.

In positieve laat de Boogschutter-energie toe om het beste van een bestaande situatie te maken, en het vertrouwen te heb-ben om, wat het leven hem ook moge toewerpen, het hoofd(!) te bieden. Men put uit het zelfvertrouwen en het optimisme om alle problemen en moeilijkheden te boven (!) te komen. Deze energie houden de sequoia en de sequoia-mens recht: een on-wankelbaar geloof in eigen kunnen en mogelijkheden; een gre-tigheid om zich waar te maken.