Seringen-Lilacs (Syringa vulgaris)
Seringen zijn enorm populair. Daar zijn twee belangrijke rede-nen voor: te eerste omdat de bloemen zo verrukkelijk ruiken; en ten tweede omdat de struik zo gemakkelijk kan vermeerderd worden. Aan het eerste danken ze hun bijnaam in het Gentse dialect van "tsjoezemiene", wat een verbastering is van jasmijn. Te danken aan de onhebbelijke gewoonte om plantesoorten te benoemen naar die ene soort die men wel kent; diezelfde beden -kelijke eer hebben heel wat bloemen gekregen die van ver op "een roos" geleken. Alhoewel er seringen-variëteiten in wit, paars en violet bestaan, is de hoofdkleur wel lila, zodat ze in het Engels Lilacs worden genoemd. Een betere benaming dan "als een bloem zo zoet en sterk geurt, doet ze ons aan jasmijn den-ken". Omdat de seringen anderzijds vrij recent aan hun ver-spreiding in Europa zijn begonnen, kregen ze in de 19e eeuw hun andere bijnaam van volksstruik, omdat ze zo gemakkelijk en zonder kosten konden vermeerderd worden door stekken. De Sering komt (nog steeds) in het wild voor in de bergstreken van Zuid- en Oost-Europa, en werd pas in de 16e eeuw vanaf de tuinen van Costantinopel in de rest van Europa ingevoerd. Ook in Azié -in China en Korea- ontdekte men Seringen op rotsach-tige heuvelhellingen. Daarvoor heeft de Sering juist dat flink ontwikkeld wortelstelsel met ontelbare ondergrondse uitlopers vandoen: om zich in de bodem vast te ankeren. Het is daarom dat hij het goed deed in de kleine stadstuin van het ouderlijk huis: die zat vol puin en geleek daardoor ongewild op hun na-tuurlijke habitat. Alhoewel hij niet erg groot wordt, kan hij wel tamelijk oud worden: in oude tuinen kan men exemplaren aan-treffen tot 6 meter met knoestige stammen en hun bloemen he-lemaal in de top. Dat is niet erg handig om aan de heerlijke bloe -men te kunnen ruiken, zodat het aanbeveling verdient de se-ring ieder jaar na de bloei wat in te korten, en om de zoveel jaar een onderhoudssnoei te geven door oud hout te verwijderen en jonge scheuten kans te geven ze te vervangen. Iedereen zal het erover eens zijn, dat de bloemen van Seringen heerlijk ruiken: dat maakt de charme deze struik uit. Want laat ons eerlijk wezen, voor de rest is er niet veel aan: allemaal takken naast elkaar; een beetje dunne en slonzige bladeren die aan de takken hangen; geen herfstverkleuring; en voor de rest ook niets bijzonders. Zo spectaculair de Sering in bloei in het oog springt, zo onbeduidend en nietszeggend hij er anders uit-ziet. Zo moeilijk het is om langs een bloeiende Lila te gaan, zon-der zijn innemende schoonheid te bewonderen, zo gemakkelijk het is om hem anders ongemerkt voorbij te wandelen. Hetzelf-de effekt gebeurt bij verliefdheid: plots ontpopt een vrouw die men daarvoor achteloos passeerde, zich tot de gedroomde partner waarnaar men op zoek was en wordt men bedwelmd door de aantrekking die van haar uitgaat. Het is dus zeker geen toeval, dat Seringen in de bloemensymboliek voor de (roman-tiese) verliefdheid staan. Tijd en sfeer -in mei, tijdens de Stier -periode- kloppen. De Sering is dan ook een vrouwelijke struik, die een zachte, lieflijke energie bezit. Het is dan ook weeral geen toeval dat de geneeskrachtige werking van Lila vooral berust op verzachting, heling, kalmering en troosting. Hierbij worden zowel de wortel-bast (tegen zwellingen en ontstekingen, koorts, reumatiese pij-nen, gezwollen lymfeklieren), als de bloemknoppen gebruikt (tegen maagoprispingen,verkoudheid, verslijming, hoesten, bronchitis). De bloemen bevatten een etheriese olie die zowel in de parfumindustrie als in de aromatherapie wordt gebruikt. In een bad of voetbad werkt doet deze olie heerlijk ontspan-nend; of men kan er ook (verdund) gezwollen of pijnlijke li-chaamsdelen mee inwrijven. Daar waar er spanning, stress of pijn is, kan Sering voor ontspanning , kalmte en relaxatie zor-gen. De sfeer van Stier is de bucoliese sfeer: de harmoniese samenle-ving op het platteland; het gezonde boereleven van hard wer-ken op de akker en in de moestuin, en het houden van dieren in stallen en op weilanden. Het boerenerf, waar er altijd aktiviteit is, en waar de werkenden samen aan tafel komen om het goede van moeder Aarde te nuttigen. Het kleinschalige dorpsleven met zijn ambachten en zijn vertier op feestdagen. De cyclus van het leven met zijn huwelijken, zijn trouwpartijen en zijn geboor -tes. De veilige thuishaven van het gezin, waar het klokje tikt zoals nergens, met zijn vaste dagindelingen en zijn herkenbare gewoontes. Het warme nest waarin men opgroeit, en zijn plaats leert innemen. De micro-wereld met zijn figuren, zijn relaties en zijn plaatselijke netwerken. En opzij van de moestuin, tussen erf en stal, staan de Seringen-struiken. De Sering is geen lastige plant, want stelt zich met el-ke standplaats tevreden, mits die maar voldoende zon krijgt en voldoende kalk bezit. Sering hoort bij de kleine pleziertjes en de kleine dingen die deel uitmaken van het alledaagse, "normale" bestaan. Het is niet de struik van grootse dromen of daden, maar van met volharding in het zweet des aanschijns stap voor stap zijn leven op te bouwen. Het hout van Sering is taai en hard hout; het heeft vele jaarringen nodig om zich op te bou-wen. Het "klimaat" van de Lente, en van Stier bij uitstek, is een pe-riode van voorspoed, waarbij men het vertrouwen heeft dat de dingen die men start, een goede afloop zullen kennen. Moeilijk-heden onderweg zijn er om overwonnen te worden, en proble-men om opgelost te worden. Wanneer men verliefd is, vertrekt men ook niet meteen van een rampscenario of fiasco. Men doet wat nodig is, en het leven doet de rest. Uiteidelijk komt alles goed. Wanneer je gemoed vertroebeld of vertwijfeld is, of wan-neer je kop vol zorgen en piekeringen zit, ga daarom naar de Seringen om samen met hun geur dat basisvertrouwen in het Leven op te snuiven. Of maak een thee van de bloemen; of draai ze desnoods in een pannekoekenbeslag. Want uiteidelijk komt alles terecht. |