Art 14
Smeerwortel (Symphytum)

De Smeerwortel is een plant die maar gewoontjes oogt; zolang dat de fotoge-nieke witte of roodroze bloemen niet verschijnen, loopt men hem achteloos voorbij. Nochtans komt Smeerwortel algemeen voor: men kan hem vinden langs wegen en weiden, langs sloten en vaarten, op ruigten en in tuinen, als de grond maar voldoende vochtig is. Dat de plant tot de familie van de Ruw-bladigen behoort, is gemakkelijk te konstateren: hij is fors en ruw behaard, en schuurt door de handen.

Tot daar het ordinaire aan de plant, want Smeerwortel bezit een aantal merk-waardige eigenschappen. Zo staat hij sedert oudsher bekend als geneeskruid tegen botbreuken, wat helemaal niet courant is. Daaraan dankt hij trou-wens zijn wetenschappelijke naam: Symphytum komt van het Griekse "sym-phuein", dat samengroeien of doen samengroeien betekent. Men maakte sinds oudsher van de slijmachtige wortel omslagen en zalven om wonden, vooral beenwonden en slecht genezende wonden zoals open spataderen, mee te behandelen. In de loop van zijn carrière als geneeskrachtige plant werd de Smeerwortel door Hildegarde von Bingen (12-e eeuw) "Consolida" genoemd (van consolidare=vastmaken), en was hij later ook onder de naam Radix consolidae in de apotheek verkrijgbaar. Vandaar het "officinale" in zijn soortnaam. De Engelse naam Comfrey komt eveneens van het Latijnse "con-ferre" (=samenbrengen, heel maken). En vandaar ook zijn namen van "lijm-kruid", "scheurwortel" of "heelwortel" in de volksmond; en de weinig flateren-de Nederlandse naam smeerwortel, omdat die wortel werd vermalen tot een poeder waarmee men zalven en papjes kon maken om op wondes te sme-ren.

Ook nu kan men nog steeds uitwendig zowel verse tot een papje gestampte wortels, als de pasta van gedroogde en fijngemalen wortels (terug aangelengd met water) gebruiken om op verse snijwonden, geïnfekteerde wonden, brand-wonden, hardnekkige zweren, insektebeten, verharde klieren, kneuzingen, verrekkingen, verstuikingen, bloeduitstortingen, spierontstekingen, ..... te smeren.

ASTROLOGIES wordt Smeerwortel door de meeste auteurs gerang-schikt bij de Saturnale planten. Dit is hoofdzakelijk ingegeven door het feit dat de geneeskracht van Smeerwortel vooal het beendergestel betreft. Maar typiese Saturnale kruiden zoals ijzerhard, raket en herderstasje zijn smal, schraal en taai, met weinig bladmassa. Omdat Smeerwortel wél overvloedig bladeren produceert, past hij dus niet in dat rijtje. En ver van stevig te zijn, valt hij gemakkelijk om, of moet steun zoeken tegen hem omringende plan-ten. Smeerwortel is trouwens rijk aan allerhande mineralen: stikstof, fosfor, kalium, looistoffen, ..... Hij is bovendien zeer eiwitrijk (benadert bijna de soja-boon in dit verband), en is daardoor een uitstekend voer voor dieren en plan-ten. Vroeger werd het geteeld als veevoer. En in de biologiese landbouw wordt hij gebruikt in de komposthoop of om er een gier mee te bereiden als vloeiba-re mest.

Dus Smeerwortel valt dan niet zozeer onder de Planeetkracht Saturnus, dan wel onder het Element AARDE, en meer bepaald de vruchtbare Aarde van Stier. Stier is de tijd van "plenty": alles is in overmaat aanwezig, alles groeit en bloeit, en alle vogels leggen een ei. En Smeerrwortel produceert een over-vloed aan bladeren, soms tot 2 of 3 keer per jaar. En een wortel die allerlei soorten wonden heelt.
Zoals de runderen in de wei zich tegoed doen aan het malse gras dat in over-maat aanwezig is, kan naar analogie de mens zich tegoed doen aan het voed-sel dat in overmaat aanwezig is. Vooral wanneer het -zoals in deze tijden- het hele jaar door en de hele dag door op allerlei manieren en in allerlei vormen steeds en overal beschikbaar is. Resultaat: de mens eet teveel en wordt vet als een rund. En dit kan zowel het bewegingsapparaat (hij is te zwaar) als het me-tabolisme (hij sleurt teveel overtollig gewicht mee) belasten.

Als ANALOOG KRUID stemt Smeerwortel bijgevolg met het men-sentype overeen dat teveel geniet van al de goede dingen dat het liederlijk le-ven te bieden heeft. De Stier-mens is een bon-vivant die veel schranst, veel drinkt, veel feest, dus naar buiten toe behoorlijk uitbundig en exuberant is. Maar naar BINNEN toe is hij -zoals de bloemen van de plant naar beneden hangen- stukken introverter. Hij loopt met zijn emoties en zijn problemen niet te koop, en schermt zijn privacy af. Hij zal zijn kwetsbaarheid dus ook zeker niet tonen. Maar ALS hij gekwetst wordt -wat iedereen eens kan over-komen- weet hij niet hoe hij daarmee moet omspringen. Gevolg: kwetsuren genezen slecht, zowel lichamelijk als psychies.

De afkoelende, samentrekkende (adstringens), bloedstelpende, ontstekings-remmende, weefselopbouwende en prikkelverminderende werking van Smeer -wortel dankt hij aan zijn Aarde-wezen. Maar zijn pijnstillende, verzachtende, helende, slijmvormende (expectorans) en samenbrengende eigenschappen dankt hij aan een ander wezensaspekt: primair aan Venus (heerseres van Stier), secundair aan de Maan. Beide Planeet-energieën zijn in staat Aarde en Water met elkaar in verbinding te brengen (tot resp. "vruchtbare aarde" en vernieuwing door cyclus). Smeerwortel bevat veel slijmstoffen. In de Chine-se Kruidengeneeskunde wordt dit ander aspekt van Smeerwortel belicht, en wordt Smeerwortel gebruikt om het Yin te bevorderen, als hoestmiddel bij droge luchtwegen, maagzweren, darmzweren, droge huid en eczema. Ook in de Homeopathie wordt Smeerwortel niet alleen gebruikt bij beschadigingen van botten, kraakbeen en gewrichten, maar ook bij ontstoken of geïrriteerde weefsels in maag, darm en huid (tot en met ogen neus en hoofdpijn-scheu-ten). Dat Smeerwortel positief inwerkt op het spijsverteringsstelsel, kan men deels ook afleiden aan het feit dat hij veel vitamine B12 aanmaakt.

Smeerwortel is als COMPLEMENTAIR KRUID te gebruiken voor het type mens dat slecht geaard is. Mensen die geen eetlust hebben , in analogie met geen levenslust. Zoals ze geen trek hebben in voedsel, hebben ze ook geen trek in ervaringen. Ze kruipen weg in hun veilige cocon. Anorexia-patiëntes vallen daaronder. Smeerwortel helpt om meer materie en meer er-varingen te verwerken. Er bestaat een associatie tussen anorexia-patiënten en ouderlingen: beiden voelen zich erg kwetsbaar, beiden kunnen het leven niet (meer) aan. De moeilijkheid om het Leven te kunnen vertrouwen in wat het zal aanbrengen; de moeilijkheid om de natuurlijke healing van het li-chaam te vertrouwen. Vanuit wantrouwen, zoekt men kontrole.

Datzelfde wantrouwen heeft op eind de 90-tiger jaren van Smeerwortel ge-probeerd een testcase te maken, om de alternatieve geneeskunde te verbie-den op basis van "toxiese stoffen". Men had namelijk in Smeerwortel een al-kaloïde (pyrrolizidine) gevonden, waarvan wetenschappelijk onderzoek aan-toonde dat het een risiko op leverbeschadiging KON inhouden. Het arbitraire van dat onderzoek bestond er evenwel uit, dat dit risiko alleen bestond bij ge-bruik van GROTE hoeveelheden en bij VERSE wortels. Deze "giftigheid" van Smeerwortel is derhalve kompleet overroepen. Blijf je toch nog met twij-fels erover zitten, dan is het perfekt mogelijk om Smeerwortel voornamelijk extern te gebruiken, en alleen intern in te nemen onder de vorm van Sym-phytum-tictuur of een homeopaties preparaat.