Jasmijnstruik - Philadelphus
Soms kost het mij twee dagen om alle kranteknipsels, informa-tie uit boeken en op het Intenet die ik kan vinden over een be-paalde boom of kruid, te verzamelen, door te nemen en te bun-delen. In het geval van de Jasmijnboom of Philadelphus heeft dat exakt .... een kwartiertje gevraagd. Check dat zelf maar eens na: behalve over het planten en de verzorging dan de struik, ga je nagenoeg ..... NIETS erover vinden. Sommige auteurs zouden dat een zwaar probleem vinden: wat moet IK er dan wel over schrijven? Maar ik vind dat persoonlijk een heuse bevrijding: ik kan mij voor deze struik volledig baseren op wat ik ZELF over hem/haar ontdek. Eerste opmerking: normaal beschouwen we een "stoere" boom als mannelijk, en een sierlijke struik met bloemen eerder als vrouwelijk. De Philadelphus is inderdaad een struik en geen boom, maar is niet bepaald "sierlijk" doch eerder rommelig en chaoties te noemen. Takken springen vanuit een centrum luk-raak in alle richtingen uit, en vertakken zich net zo in alle moge -lijke hoeken en kanten. Er is weinig aan deze struik zolang hij niet begint te bloeien. Dan breekt ineens een massale en uit-bundige bloei uit als een soort vuurwerk voor oog en neus: een overmaat aan witte bloemen met een gouden "hart". Hun geur gelijkt op die van jasmijn, maar is wel minder sterk. Een beetje oneerbiedig wordt hij ook wel eens Boerenjasmijn genoemd: de jasmijn-voor-aan-de-stal, of nog een beetje boerenbedrog, om-dat hij ruikt ALS jasmijn, maar het niet echt IS. Want de echte Jasmijn is een klimplant. Er bestaan veel variëteiten: sommige ruiken zoet, andere fruitiger, en nog andere een beetje zoals een oranjebloesem (in die mate dat hij in het Engels Mock Orange wordt genoemd), en weer andere een beetje naar seringen (zo-dat hij in het Frans Seringat wordt genoemd). En bij wijze van grap is er zelfs een niet-ruikende welriekende jasmijn: de inodorus. Bovendien zijn er (oudere) cultivars met enkelvoudige bloemen die friszoet ruiken, en (jongere) cultivars met dubbele bloemen die zwoelzoet ruiken. De vele gedaantes waarmee de Boerenjasmijn zich volgens de cultivars in bloesem -geur kan hullen, maken van hem zowat het symbool voor na-maak; ook al omdat zijn bloesem wordt gebruikt voor de berei-ding van een goedkope oranjebloesem pommade voor het haar, balsem voor de lippen, en zeep als poetsmiddel. Beter zou zijn te spreken over een ongedifferentiëerd zijn. De maagdelijke kleur wit refereert daarnaar: wit als kleur van de reinheid, de vlekkeloosheid, de puurheid, het ongeschonden zijn. Het wit van de sneeuw, het blanco blad, de plechtige communie en de bruidsjurk, de netheid. Wit als totaliteit (wit licht bevat alle kleuren in zich), alle opties open houden en geen keus maken(=een kleur bekennen). Wit als kleur van de niet-interventie, het afstand nemen, het als toeschouwer aan de kant bekijken zonder in iets betrokken te geraken (=zich "vuil" maken). Zijn kalmte en innerlijke vrede te bewaren zonder zich te laten meeslependoor wat er in de buiten -wereld gebeurt of voorvalt. Maar tegelijk flexibel te zijn als een witte wolk, die onder de wind ieder ogenblik van vorm kan veranderen. Alhoewel de Philadelphus GEEN enkele medicina-le toepassing heeft, verdient het wel aanbeveling er een Bach-bloesem van te maken: wanneer men zich bezwaard en ver-vuild voelt door alle problemen en moeilijkheden van het be-staan. Dat werkt als een zich onderdompelen in een fris bad van jeugdige ongereptheid en onschuld; klaar om een nieuw be-gin te maken. Want de Struikjasmijn draagt de Tweelingen- energie in zich. De verschillende cultivars bloeien in golven van 3 weken die elkaar overlappen, en waarvan het zwaartepunt in de Tweelingen-periode ligt. De bladeren van deze struik vertonen een duidelijke Tweelin-gen-signatuur: hat patroon van dichtome vertakking. Naar analogie met de 2 longen en 2 armen in het menselijk lichaam. Met het onderscheid mannelijk-vrouwelijk heeft de jeugdige Tweelingen-energie meer moeite: als men adolescent is, is dit minder uitgesproken, maar is er meer sprake van unisex of het androgyne: iets tussen de twee, of beide geslachten samen. Voor zo'n massa bloemen, komen er trouwens beduidend wei-nig vruchten uit voort, en zien die er ook nogal onbeduidend uit (zie onderste foto hiernaast). De struik vermeerdert zich voor-namelijk vegetatief, door ondergrondse uitlopers. Hij/zij moet trouwens regelmatig na de bloei gesnoeid worden, wat een noodzakelijke ingreep is om de struik zich te laten vernieuwen. Het patroon van permanente vernieuwing wordt in de Tao-Te Tjing onder Trigram 22 beschreven als: wat onvolmaakt is wordt volmaakt; wat krom is wordt recht;wat diep is wordt ge-vuld; wat uitgeput is wordt verkwikt; wat klein is wordt bereik-baar; wat te groot is wordt verward. Waarmee Lao Tse wou aan -geven dat het niet helpt om een bepaalde positie proberen te bestendigen om veranderingen tegen te houden; noch in de maatschappij, noch in de natuur. Want alles is sowieso steeds aan een voortdurende verandering onderhevig. Waar het dus om gaat, is om met de wind, de golf en de energie MEE te zijn, ipv zich krampachtig tegen de verandering te ver-zetten. Go with the flow! Dus, als je in de levensfase verkeert waarin je een verandering moet omarmen, maar je niet goed weet hoe dat te doen, ga naar een Jasmijnstruik en bleef er een tijdje staan. Tank een portie witte-wolk-energie om met nieuwe moed en een nieuw én to boldly go where you have never been before. |